■
Als het motorcontrolelampje tijdens het rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcontrolelampje branden als de brand-
stoftank helemaal leeg is. Als de brandstoftank leeg is, vul hem dan onmiddellijk.
Het motorcontrolelampje gaat na een aantal ritten weer uit.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een Toyota-dealer of erkende repa-
rateur als het motorcontrolelampje niet uitgaat.
■
Waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging (waarschuwings-
zoemer)
Het waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging kan gaan branden en
de waarschuwingszoemer kan gaan klinken als de spanning laag is of als er
sprake is van een spanningsval.
WAARSCHUWING
■
Als het waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging gaat branden
De besturing zal zwaar aanvoelen.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit.
Volg de correctieprocedures.
Controleer, nadat de noodzakelijke handelingen uitgevoerd zijn om het
probleem te verhelpen, of de waarschuwingslampjes uitgaan.
Waarschu-
Waarschuwingslampje/details
wingslampje
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau
5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Benzinemotor:
Geeft aan dat er nog hoog-
uit ongeveer 9,0 liter brand-
stof in de tank zit
Dieselmotor:
Geeft aan dat er nog hoog-
uit ongeveer 8,3 liter brand-
stof in de tank zit
Correctieprocedure
Vul de brandstoftank.
5
461