Opbouw en werking van de spuitbomen
6.5
Hydraulische hellingverstelling
6.6
DistanceControl
De spuitboom-regelinrichting DistanceControl
houdt de spuitbomen op de gewenste afstand
automatisch parallel t.o.v. het doelvlak.
Ultrasone sensoren (1) meten de afstand tot de
bodem of het gewas.
Bij het uitschakelen van de spuit op de wendak-
ker worden de spuitbomen automatisch opgetild.
Bij het inschakelen zakken de spuitbomen terug
op de gekalibreerde hoogte.
Zie de handleiding van de software
ISOBUS.
Instelling van de ultrasone sensoren:
→
zie afbeelding
94
Parallel t.o.v. de grond resp. het doelvlak kan de spuitboom worden
uitgelijnd via de hydraulische hellingverstelling in geval van ongunsti-
ge bodemomstandigheden, bijv. bij verschillend diepe sporen of een-
zijdig rijden in een voor.
De weergave volgt op de bedieningsterminal.
De instelling wordt afhankelijk van de uitrusting uitgevoerd via
•
de bedieningsterminal of
•
de tractorregeleenheid natuur.
Zie bedieningshandleiding bedieningsterminal.
UF02 BAG0184.3 08.19