Werken met de machine
126
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen
trekken en stoten door onbedoeld losgaan van de aangebouwde
machine!
Controleer vóór elk gebruik van de machine door middel van een
visuele controle of de bouten van de topstang en trekstang met de
lunspen zijn geborgd.
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vast-
grijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten
door
•
onbedoeld zakken van opgetilde, onbeveiligde machinede-
len.
•
onbedoeld starten en onbedoeld wegrollen van de tractor-
machine-combinatie.
Beveilig tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen
voordat u storingen aan de machine gaat verhelpen. Zie hiervoor blz.
113.
Wacht tot de machine stilstaat voordat u in de gevarenzone van de
machine komt.
WAARSCHUWING
Risico's door rondvliegende, beschadigde onderdelen kunnen
ontstaan voor de bediener / derden indien de aftakas van de
tractor met te hoge toerentallen draait!
Neem het toegestane aandrijftoerental van de machine in acht voor-
dat u de aftakas van de tractor inschakelt.
WAARSCHUWING
Gevaren door het bekneld raken, grijpen en opwikkelen en geva-
ren door wegslingeren van gegrepen vreemde voorwerpen in de
gevarenzone van de aangedreven koppelingsas!
•
Controleer voor elk gebruik van de machine de veiligheidsvoor-
zieningen van de cardanas op goede werking en volledigheid.
Laat beschadigde veiligheidsvoorzieningen van de cardanas
onmiddellijk vervangen in een vakwerkplaats.
•
Controleer, of de bescherming van de koppelingsas met de ket-
ting tegen verdraaien is geborgd.
•
Houd voldoende veiligheidsafstand tot de aangedreven cardan-
as.
•
Stuur personen uit de gevarenzone van de aangedreven car-
danas.
•
Zet de tractormotor bij gevaar direct af.
UF02 BAG0184.3 08.19