Reiniging, onderhoud en reparatie
13.1
Reinigen
Reinigen met hogedrukreiniger/stoomstraal
164
•
Controleer rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen zeer
zorgvuldig!
•
Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen nooit met
benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën.
•
Na het schoonmaken de machine doorsmeren, vooral na het
reinigen met een hogedrukspuit of stoomcleaner of vet oplos-
sende middelen.
•
Volg de wettelijk voorschriften op voor het milieuverantwoord
afvoeren van reinigingsmiddelen.
•
Beslist de volgende punten opvolgen, wanneer u een hoge druk
reiniger of stoomcleaner gebruikt:
ο
Geen elektrische componenten schoonspuiten.
ο
Geen verchroomde delen schoonspuiten.
ο
Richt de straal van de hogedrukreiniger of stoom-cleaner
nooit rechtstreeks op de smeerpunten, lagers, typeplaat,
waarschuwingsborden en kleefolie.
ο
Zorg altijd voor een minimale afstand van 300 mm tussen
de sproeier van de hogedrukreiniger/stoomcleaner en de
machine.
ο
De ingestelde druk van een hogedrukreiniger/stoomstraler
mag niet meer zijn dan 120 bar.
ο
Volg de veiligheidsregels op voor het gebruik van een ho-
gedruk reinigingsinstallatie.
UF02 BAG0184.3 08.19