Algemene veiligheidsaanwijzingen
Transporteren van de machine
30
•
Bij het rijden op openbare wegen dient U zich aan de geldende
verkeersvoorschriften te houden!
•
Controleer voor transportritten
ο
of voedingsleidingen correct zijn aangebracht;
ο
of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is;
ο
het remsysteem en hydraulische systeem op in het oog lo-
pende gebreken;
ο
of de handrem volledig los is;
ο
de werking van het remsysteem.
•
De tractor dient altijd te beschikken over voldoende stuur- en
remvermogen!
Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machine en
gewichten aan voor- of achterzijde beïnvloeden niet alleen het
rijgedrag, maar ook het stuur- en remvermogen van de tractor.
•
Gebruik zo nodig gewichten aan de voorzijde!
De vooras van de tractor dient altijd met minimaal 20 % van het
eigen gewicht van de tractor worden belast, om zeker te zijn van
voldoende stuurvermogen.
•
Bevestig gewichten aan voor- of achterzijde altijd in overeen-
stemming met de voorschriften aan de daartoe bestemde beves-
tigingspunten!
•
Houd rekening met het maximale laadvermogen van de aange-
bouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting
en oplegdruk van de tractor!
•
De tractor dient voor de beladen combinatie (tractor met aange-
bouwde of aangekoppelde machine) over voldoende remvertra-
ging te beschikken!
•
Controleer de werking van de remmen voordat u gaat rijden!
•
Houd met een aangebouwde of aangekoppelde machine in
bochten rekening met de grote uitzwaai en de middelpuntvlie-
dende kracht van de machine!
•
Wanneer de machine aan de driepuntshydraulica of de trekstan-
gen van de tractor is bevestigd, moet u er vóór transport voor
zorgen dat de trekstangen aan de zijkant voldoende is vastge-
zet!
•
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de
transportstand!
•
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de
transportstand vast om te voorkomen dat zij van positie verande-
ren. Maak hiervoor gebruik van de daarvoor bestemde trans-
portbeveiligingen!
•
Vergrendel vóór transport de bedieningshendel van de drie-
puntshydraulica om onbedoeld heffen of zakken van de aange-
bouwde of aangekoppelde machine te voorkomen.
•
Controleer vóór transport of de benodigde transportuitrustingen,
zoals verlichting, waarschuwingssystemen en beschermings-
voorzieningen, op de juiste wijze aan de machine zijn gemon-
teerd!
•
Controleer vóór transport door middel van een visuele controle
of de pennen van de topstang en de trekstangen met de lunspen
zijn geborgd
•
Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan!
UF02 BAG0184.3 08.19