5.8
Bedieningsterminal/bedieningscomputer
5.8.1
Bedieningsterminal
AmaTron 3
AmaTron 4
UF02 BAG0184.3 08.19
UF
Veldspuiten
met
•
+
AMASET
zijn met een gelijkdrukarmatuur uitgerust.
De afgifte wordt door handmatig instellen van de spuitdruk ingesteld
en is direct afhankelijk van het pomptoerental.
•
Bedieningsterminal of AMASPRAY
stroommeter.
De afgifte wordt op de bedieningsterminal ingesteld.
De bedieningsterminal stuurt een jobcomputer aan. Hierbij ontvangt
de jobcomputer alle noodzakelijke informatie en verzorgt de opper-
vlaktegerelateerde regeling van de hoeveelheid [l/ha] afhankelijk van
de ingevoerde hoeveelheid (ingestelde hoeveelheid) en de momente-
le rijsnelheid [km/h].
Via de bedieningsterminal volgt:
•
invoer van de machinespecifieke gegevens.
•
de gegevens van de opdracht invoeren;
•
de aansturing van de veldspuit voor het veranderen van de do-
sering bij het spuiten.
•
bediening van alle functies aan de spuitbomen (alleen bij Profi-
klapsysteem).
•
bediening van de speciale functies.
•
de bewaking van de veldspuit tijdens het spuiten.
De bedieningsterminal slaat de gegevens voor een gestarte opdracht
op.
Zie de handleiding van de software ISOBUS
Opbouw en werking van de basismachine
+
zijn uitgerust met een door-
AmaPad
AmaPad 2
69