8.1.1
Machines met snelkoppelsysteem koppelen
VOORZICHTIG
Beschadiging van de machine bij
het aankoppelen.
Bij gebruik van het snelkoppelsysteem
mag de topstangpen voor de normale
driepuntsaanbouw niet zijn gemon-
teerd!
VOORZICHTIG
Verschuiven van de machine bij het
aankoppelen.
Bepaal de optimale topstanglengte en
het koppelpunt aan de tractorzijde van
de topstang, voordat u de machine
aan de tractor koppelt.
(1) Wanneer het koppelsysteem de
topstang vergrendelt, moet de
trekstangpen exact in lijn met het
koppelpunt van de tractortrek-
stang staan, om de trekstang te
kunnen koppelen.
(2) De opgetilde machine in de
werkstand moet verticaal staan.
1. De tractortrekstangen op gelijke hoogte
instellen.
2. Kogelhulzen in de koppelingspunten van de
3-puntsaanbouw bevestigen en borgen.
3. Tractor zo ver naar de machine rijden, dat
het ontgrendelde systeem de topstang kan
opnemen.
4. Topstang aan de machinezijde koppelen.
5. Voedingsleidingen koppelen.
6. Cardanas aankoppelen.
7. Controleer, of de handhendel op het kop-
pelsysteem is opgetild.
UF02 BAG0184.3 08.19
Machine aan- en afkoppelen
119