Werken met de machine
1. Spuitvloeistof volgens de voorschriften
conform de instructies van de fabrikant
van het gewasbeschermingsmiddel aan-
maken en mengen. Zie hiervoor hoofd-
stuk "Spuitvloeistof aanmaken", op
pagina 129.
2. Drukarmatuur DA in positie
3. Zuigarmatuur SA in positie
4. Roerwerk RW inschakelen
De roercapaciteit kan traploos worden in-
gesteld.
5. Bedieningsterminal inschakelen.
6. Klap de spuitbomen uit, zie hiervoor pa-
gina 83.
7. De werkhoogte van de spuitboom (af-
stand tussen spuitdoppen en gewas) af-
hankelijk van gebruikte spuitdoppen vol-
gens de spuittabel instellen.
8. Voer de waarde voor de benodigde dose-
ring in.
9. Start de pomp met pompbedrijfstoerental.
10. Spuiten inschakelen via de bedienings-
terminal.
ISOBUS
10.6.2
Naar het veld rijden met ingeschakeld roerwerk
1. Spuiten uitschakelen
2. Aftakas inschakelen.
3. Omschakelkraan RW: intensiteit van het
roerwerk kiezen.
146
.
.
AmaSpray
AmaSet
UF02 BAG0184.3 08.19