Machine aan- en afkoppelen
8. Tractor naar de machine rijden tot het kop-
pelsysteem de topstang met de pal ver-
grendelt.
→
Trekstangpen bevindt zich nu precies bo-
ven het koppelpunt van de tractortrekstang.
9. Koppel de trekstangen vanaf de bestuur-
derszitplaats.
10. Controleer of de haken van de trekstangen
en topstang correct zijn vergrendeld.
11. Machine in de transportpositie tillen.
12. Steunen in transportpositie zetten.
→
Topstangborging vergrendelt de topstang
naar achteren.
13. Controleer, dat het koppelsysteem de top-
stang correct vergrendelt.
14. Verticale stand van de machine in de werk-
stand via de waterpas controleren.
120
UF02 BAG0184.3 08.19