7.4
Tractor/machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen
UF02 BAG0184.3 08.19
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vast-
grijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten
bij handelingen aan de machine door
•
onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van
de tractor opgeheven, onbeveiligde machine;
•
onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderde-
len.
•
onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine
combinatie.
•
Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en
wegrollen voordat u handelingen aan de machine uitvoert.
•
Alle handelingen aan de machine, zoals montagewerkzaamhe-
den, instellen, verhelpen van storingen, reinigen, uitvoeren van
service- en onderhoudswerkzaamheden, zijn verboden
ο
als de machine nog wordt aangedreven;
ο
zolang de tractormotor met aangesloten aandrijfas / hy-
draulisch systeem loopt;
ο
als de contactsleutel in het contactslot van de tractor zit en
de tractormotor bij aangesloten cardanas/hydraulisch sys-
teem onbedoeld kan worden gestart.
ο
als tractor en machine niet met hun handrem en/of wiel-
keggen tegen onbedoeld wegrollen zijn beveiligd;
ο
wanneer bewegende onderdelen niet tegen onbedoeld be-
wegen zijn geblokkeerd.
Vooral bij deze werkzaamheden bestaat er gevaar door contact
met onbeveiligde onderdelen.
1. Laat de opgetilde, onbeveiligde machine/opgetilde, onbeveiligde
machinedelen zakken.
→
Zo verhindert u een onvrijwillig zakken.
2. Zet de motor van de tractor uit.
3. Verwijder de contactsleutel.
4. Trek de handrem van de tractor aan.
5. Beveilig de machine tegen ongewenst wegrollen (alleen aange-
hangen machine)
ο
op een vlakke ondergrond met handrem (indien aanwezig)
of wielkeggen.
ο
op zeer oneffen terrein of op hellingen met handrem en
wielkeggen.
In bedrijf stellen
113