UF02 BAG0184.3 08.19
WAARSCHUWING
Gevaar door grijpen en opwikkelen door onbeveiligde delen van
de cardanas bij de krachtoverbrenging tussen tractor en aange-
dreven machine!
Werk alleen met een volledig beveiligde aandrijving tussen tractor en
aangedreven machine.
•
De onbeschermde delen van de cardanas moeten altijd door
een veiligheidsschild aan de tractor en een veiligheidstrechter
aan de machine beschermd zijn.
•
Controleer of het veiligheidsschild aan de tractor resp. de veilig-
heidstrechter aan de machine en de veiligheids- en bescher-
mingsvoorzieningen van de gestrekte cardanas elkaar minimaal
50 mm overlappen. Indien dit niet het geval is, mag de machine
niet via de cardanas worden aangedreven.
•
Gebruik alleen de meegeleverde cardanas resp. het meegele-
verde cardanastype.
•
Lees de meegeleverde bedieningshandleiding van de cardanas
en respecteer deze. Het deskundige gebruik en onderhoud van
de cardanas biedt bescherming tegen zware ongevallen.
•
Respecteer voor het koppelen van de cardanas
ο
de meegeleverde bedieningshandleiding van de cardanas
ο
het toegelaten aandrijftoerental van de machine.
ο
de juiste inbouwlengte van de cardanas. Zie hoofdstuk
"Lengte van de cardanas aanpassen aan de tractor", pagi-
na 111.
ο
de juiste inbouwpositie van de cardanas. Het tractorsym-
bool op de beschermbuis van de cardanas markeert de
aansluiting van de cardanas aan de tractorzijde.
•
Monteer de overbelastings- of vrijloopkoppeling altijd op machi-
nezijde als de cardanas over een overbelastings- of vrijloop-
koppeling beschikt.
•
Neem voor het inschakelen van de aftakas de veiligheidsinstruc-
ties voor het gebruik van de aftakas in acht. Zie hoofdstuk "Vei-
ligheidsinstructies voor de bediener", pagina 32.
Opbouw en werking van de basismachine
63