Selecteer het gewenste menu voor bewerking
4
door op de knoppen [F1] - [F6]- en [SF1] - [SF5] te
drukken en bewerk vervolgens de parameters.
De belangrijkste parameters die beschikbaar zijn, zijn in principe
dezelfde als die bij het bewerken van normale voices (blz. 80). Wat
bij de drumvoice Key Edit wordt genoemd, komt overeen met
Element Edit bij de normale voice. Houd alstublieft in gedachte dat
de LFO-parameters niet beschikbaar zijn bij de drumvoice.
5
Herhaal 3 en 4 desgewenst.
6
Benoem de bewerkte drumvoice.
Voer een naam in voor de voice via de display NAME ([COMMON]
→ [F1] GENERAL → [SF1] NAME). Voor gedetailleerde instructies
over het benoemen van een voice, raadpleeg blz. 53 in de sectie
Basisbediening.
TIP
Drum-/percussie-instrumenten toewijzen aan afzonderlijke toetsen
[VOICE] → Selectie drumvoice → [EDIT] → Selectie toets → [F1] OSC → [SF1] WAVE
In de modus Drum Voice Edit kunt u uw eigen originele drumkits creëren door specifieke instrumentgeluiden aan afzonderlijke toetsen
toe te wijzen — in elke gewenste volgorde — en de gedetailleerde parameters van het geluid van elk van de toetsen bewerken.
1
Roep de display Key Edit op in de modus Voice Edit.
Zie stap 3 op blz. 82.
2
Roep de [F1] OSC → [SF1] WAVE-display op.
3
Druk op de toets waaraan u een geluid wilt toewijzen.
Het druminstrument dat momenteel aan de ingedrukte
toets is toegewezen zal klinken.
Sla de bewerkte voice op in het interne user-
7
geheugen (blz. 186).
De bewerkte voice kan worden opgeslagen in de modus
Voice Store. Zie blz. 85 voor details.
Schrijf desgewenst de bewerkte en opgeslagen
8
voices weg naar een SmartMedia/USB-opslag-
apparaat.
Vergeet niet dat bewerkte voicedata worden opgeslagen in
het interne usergeheugen (flash-rom) en zelfs worden vast-
gehouden als het instrument wordt uitgezet. Als zodanig is
het niet noodzakelijk de data weg te schrijven naar een
SmartMedia-kaart of ander apparaat; het kan echter zijn dat u
de data naar andere media weg wilt schrijven als backup of
om organisatorische redenen. Zie voor meer informatie blz.
85.
Voer de
gewenste
voicenaam in.
4
Selecteer de gewenste waveform om te worden toegewezen.
Verplaats de cursor naar 'Number' en wijzig de waarde met de
datadraaischijf, de knop [INC/YES] en de knop [DEC/NO].
Druk vervolgens nogmaals op dezelfde toets als in stap 3 is
ingesteld, om het geselecteerde instrumentgeluid te bevestigen.
U kunt ook een andere geluidscategorie (zoals percussie of
zelfs een normale voice) kiezen door de cursor naar 'Category'
te verplaatsen en de instelling te veranderen.
5
Creëer uw originele drumkit door de stappen 3 - 4 te herhalen.
6
Sla de gecreëerde drumkit op als een drumvoice in
het usergeheugen.
De bewerkte voice kan worden opgeslagen in de modus
Voice Store. Zie blz. 85 voor details.
7
Schrijf desgewenst de bewerkte en opgeslagen voices
weg naar een SmartMedia/USB-opslagapparaat.
Een voice bewerken
83
Gebruikershandleiding