■ Patroondatastructuur
De volgende illustratie laat de trackstructuur van een patroon zien. Patronen worden gecreëerd door MIDI-sequencedata op
afzonderlijke tracks op te nemen, door frasen (preset en user), die het materiaal zijn voor een patroon, aan afzonderlijke tracks
toe te wijzen en door toongeneratorgerelateerde parameters in te stellen (in een patroonmix).
Patroon 64
Patroon 01
Groove-, zendkanaal-/-poort-, track-loop-, trackvoice-instellingen
Patroonmix (toongeneratorgerelateerde instellingen)
Part 1
Mixinstellingen
Part 2
Mixinstellingen
Part 3
Mixinstellingen
Part 16 Mixinstellingen
Pattern Chain
(patroonketen)
A
B
16 secties
Track 1
MIDI-sequencedata
Track 2
MIDI-sequencedata
Track 3
MIDI-sequencedata
Track 16
MIDI-sequencedata
Ingesteld in de modus Pattern Play
Gecreëerd in de modus Pattern Record, modus Pattern Edit en modus Pattern Job
Ingesteld in de modus Pattern Mixing en de modus Pattern Mixing Edit
Gecreëerd in de modus Mixing Voice Edit
Gecreëerd in de modus Sampling die geactiveerd is vanuit de modus Pattern
Gecreëerd in de modus Pattern Chain
●
Patroonmix
Zelfs als u uw toetsenspel op een patroontrack opneemt, zullen de
instellingsdata (niet-noot-events zoals voice, pan, volume) die voor
juist afspelen aan het begin van het patroon zouden moeten worden
opgenomen, er niet in opgenomen worden. Daarom zouden de in-
stellingsdata, die als patroonmix-instellingen worden verwerkt, moe-
ten worden opgeslagen in de modus Pattern Mixing Store. In tegen-
stelling tot bij songs wordt alleen het voicenummer op een track op-
genomen als de trackvoice (frasevoice) die normaal gesproken voor
het afspelen wordt gebruikt. Omdat de patroonmix een verzameling
van instellingen is die gerelateerd zijn aan de toongenerator, kan de-
ze ook worden toegepast op de sequencedata die van een externe
MIDI-sequencer worden verzonden, alsook op het afspelen van pa-
tronen van deze synthesizer.
n
Als het multipart-pluginboard PLG100-XG is geïnstalleerd, kunnen
OPM.
mixen van zestien parts (17 - 32) worden ingesteld. De instellingen
voor de multipart-pluginpart (17 - 32) zijn niet op één afzonderlijk
patroon van toepassing, maar op alle 64 patronen.
Part 17
Mixinstellingen
Part 18
Mixinstellingen
Part 19
Mixinstellingen
Part 32
Mixinstellingen
Mixvoice 16
Mixvoice 01
P
Part PLG1
Mixinstellingen
Part PLG2
Mixinstellingen
Mixing Common Edit Parameters
applied to all the parts
Part PLG3
Mixinstellingen
Audio Input-part
Mixinstellingen
User Phrase 1 - 256
Common Edit mixparameters zijn
(MIDI sequencedata)
van toepassing op alle parts
Userfrase 1 - 256
(MIDI-sequencedata)
Userfrase
Samplevoice
Presetfrase 1 - 687
(MIDI-sequencedata)
Presetfrase
Met de functie Patch kunt u een frase
aan elk van de tracks toewijzen.
●
Sectie
Een patroon bestaat uit één of meer 'secties' (patroonvariaties). U
kunt het patroon afspelen door na het selecteren van een patroon
een sectie aan te geven.
●
Frase
Dit is de basis-MIDI-sequencedata – en de kleinste eenheid – die
gebruikt wordt voor het creëren van een patroon. Een 'frase' is een
kort muzikaal/ritmisch motief voor een enkel instrument, zoals een
ritmepatroon voor de ritmepart, een baslijn voor de baspart of een
akkoordbegeleiding voor de gitaarpart. Deze synthesizer beschikt
over 687 presetfrasen en over geheugenruimte voor 256 van uw
eigen originele userfrasen.
Interne structuur (systeemoverzicht)
Mixing ellingen
Mixing ellingen
Mixing ellingen
Mixing ellingen
Kopieer de frase die in
een track is opgenomen
naar een ander patroon
De instellingen voor multipart-pluginpart
OPM.
(17-32) gelden niet voor één afzondelijk
patroon maar voor alle 64 patronen.
Gebruikershandleiding
167