Functies en subfuncties
Elke hiervoor beschreven modus bevat verscheidene displays, met verscheidene functies en parameters. Gebruik de knoppen
[F1] - [F6] en de knoppen [SF1] - [SF5] om uw weg door deze displays te bepalen en de gewenste functie te selecteren. Als u
een modus selecteert, verschijnen de beschikbare displays of menu's direct boven de knoppen onderin de display (zoals hier-
onder aangegeven).
De functieknoppen [F1] - [F6] gebruiken
SCENE
Afhankelijk van de momenteel geselecteerde modus, zijn er tot zes functies beschikbaar die kunnen worden opgeroepen met
de knoppen [F1] - [F6]. Vergeet niet dat de beschikbare functies verschillen, afhankelijk van de geselecteerde modus.
De subfunctieknoppen [SF1] - [SF5] gebruiken
SCENE
Afhankelijk van de momenteel geselecteerde modus, zijn er tot vijf functies (subfuncties) beschikbaar die kunnen worden opge-
roepen met de knoppen [SF1] - [SF5]. Vergeet niet dat de beschikbare functies verschillen, afhankelijk van de geselecteerde
modus. (Sommige displays hebben misschien geen enkele subfunctie voor deze knoppen.)
Een programma selecteren
Om de MOTIF ES te kunnen bespelen is het nodig dat u één van zijn programma's oproept, dat wil zeggen een voice, performance,
song, pattern of master. Deze programma's kunnen via dezelfde procedure in elk van de Play-modi worden geselecteerd.
■ De knoppen [INC/YES], [DEC/NO] en de datadraaischijf gebruiken
Met de knoppen [INC/YES] en [DEC/NO] kunt u omhoog of omlaag stappen door de programmanummers in elk van de Play-
modi (Voice, Performance, Song, Pattern en Master).
De datadraaischijf naar rechts (met de klok mee) draaien verhoogt het programmanummer, terwijl deze naar links (tegen de klok
in) draaien het nummer verlaagt. Deze regelaar werkt op dezelfde manier als de knoppen [INC/YES] en [DEC/NO], maar laten u
sneller door de programma's scrollen.
SF1
SF
2
SF
3
SF
4
SF
5
F
1
F
2
F
3
F
4
F
5
SF1
SF
2
SF
3
SF
4
SF
5
F
1
F
2
F
3
F
4
F
5
Verlaagt het nummer
DEC/NO
Verlaagt het nummer
Deze functies kunnen worden geselecteerd via de
corresponderende knop ([F1] - [F6]).
INFORMATION
F
6
Druk, in dit voorbeeld, op de knop [F5] om
naar de display LFO te gaan.
Deze functies kunnen worden geselecteerd via de
corresponderende knop ([SF1] - [SF5]).
INFORMATION
Druk, in dit voorbeeld, op de knop [SF5]
F
6
om naar de display OTHER te gaan.
Verhoogt het nummer
INC / YES
Verhoogt het nummer
Functies en subfuncties
47
Gebruikershandleiding