Inhoudsopgave
Advertenties
SongEventChase
DumpInterval
(intervaltijd voor bulkdump
exclusief)
LoadMix
SendXGOn
ToMultiPartPB
[F4] CTL ASN (regelaar toewijzen)
[SF1] ARP (arpeggio)
Switch (schakelaar)
Hold
[SF2] ASSIGN
ASA (Assign A = toewijzing A)
Dest (bestemming)
ASB (Assign B = toewijzing B)
Dest (bestemming)
[SF3] FT SW (voetschakelaar)
[SF4] REMOTE
[SF5] MEF (master-effect)
Knob1 ~ Knob4
[F5] MIDI
[SF1] CH (kanaal)
BasicRcvCh
(basisontvangstkanaal)
Met Event Chase kunt u aangeven welke niet-nootdatatypen juist wor den herkend tijdens snel-vooruitspoel- en terug-
spoelhandelingen. Normaal gesproken als er een song of patroon vanaf ergens halverwege wordt afgespeeld en/of
snel-vooruit of terugspoelen wordt gebruikt, kunnen bepaalde datatypen (zoals programmawijziging, pitchbend, en
besturingswijziging) anders terugspelen dan verwacht. Dit instellen op een bepaald event zorgt voor het juist afspelen
van het event, zelfs bij het snel-vooruitspoelen of terugspoelen.
Instellingen: Off, PC (programmawijziging), PC2+PB+Ctrl (programmawijziging+pitchbend+besturingswijziging), all (alle events)
n
Vergeet niet dat andere instellingen dan 'off' tot een langzamere werking kunnen leiden — bijvoorbeeld een pauze voordat het
OPM.
afspelen begint, of een lagere terugspoel-/snel-vooruitspoelsnelheid.
n
Als dit wordt ingesteld op 'all' kunnen er een excessieve hoeveelheid MIDI-data worden gegenereerd dat mogelijk tot een
OPM.
MIDI-fout in het aangesloten apparaat kan leiden.
Bij het afspelen van systeemexclusieve data (bulkdata) die zijn opgenomen op de sequencetracks, stelt dit de inter-
valtijd in die bij elke 1 KB wordt tussengevoegd.
Als er bulkdata van deze synthesizer naar een aangesloten MIDI-apparaat worden verzonden, kan er zich een MIDI-
fout voordoen als het apparaat geen grote hoeveelheid data in een korte tijd kan verwerken. Deze parameter com-
penseert dat door een interval in te stellen die ervoor zorgt dat het ontvangende apparaat genoeg tijd heeft om de
bulkdata te verwerken.
Instellingen: 0 ~ 900 (msec)
n
OPM.
Het afspelen kan iets worden vertraagd, afhankelijk van de momenteel ingestelde interval. Als er een MIDI-fout plaatsvindt,
probeer de interval dan iets hoger in te stellen en zend de data nogmaals.
Bepaalt of de mixinstellingen worden geladen (on) of niet (off) als het song-/patroonnummer wordt gewijzigd.
Instellingen: off, on
n
Deze instelling heeft invloed op de song-/patroonwijziging tijdens het song-/patroonketenafspelen.
OPM.
Bepaalt of er een XG-resetbericht wordt verzonden naar het toongeneratorblok van het multipart-pluginboard (on) of
niet (off) als er een XG-song wordt gestart of als het song-/patroonnummer verandert.
Instellingen: on, off
Bepaalt het besturingswijzigingsnummer dat de aan/uit-status van het arpeggio-afspelen regelt.
Instellingen: 00~95
Bepaalt het besturingswijzigingsnummer dat de aan/uit-status van Arpeggio Hold regelt (blz. 189).
Instellingen: 00~95
Via deze display kunt u bepaalde functies aan de knoppen ASSIGN A en B toewijzen (als de lampjes [PAN/SEND]
en [TONE] aan zijn).
Hier zijn twee parameters beschikbaar. De eerste (ASA) bepaalt het besturingswijzigingsnummer dat door de knop
ASSIGN A wordt gegenereerd. Het tweede, de bestemming (Dest), bepaalt welke parameter of welk aspect van het
geluid door de knop wordt beïnvloed. Vergeet niet dat als dezelfde MIDI-besturingswijzigingsberichten als die hier
zijn ingesteld, worden ontvangen van een extern apparaat, de interne toongenerator ook op die berichten reageert.
Instellingen: Zie het afzonderlijke Engelstalige Data List-boekje
Hier zijn twee parameters beschikbaar. Het eerste (ASB) bepaalt het besturingswijzigingsnummer dat door de knop
ASSIGN B wordt gegenereerd. Het tweede, de bestemming (Dest), bepaalt welke parameter of welk aspect van het
geluid door de knop wordt beïnvloed. Vergeet niet dat als dezelfde MIDI-besturingswijzigingsberichten als die hier
zijn ingesteld, worden ontvangen van een extern apparaat, de interne toongenerator ook op die berichten reageert.
Instellingen: Zie het afzonderlijke Engelstalige Data List-boekje
Via deze display kunt u het besturingswijzigingsnummer bepalen dat wordt gegenereerd door de voetschakelaar te
gebruiken die op de aansluiting ASSIGNABLE is aangesloten. Vergeet niet dat als dezelfde MIDI-besturingswijzigings-
berichten als die hier zijn ingesteld, worden ontvangen van een extern apparaat, de interne toongenerator ook op die
berichten reageert alsof de voetschakelaar van het instrument wordt gebruikt.
Instellingen: 000~100 (000, 032: off, 096: Arpeggio Switch, 097: Arpeggio Hold, 098: Song-/patroonafspelen start/stop, 099/100:
Programmawijziging toename/afname 101: Octave Rest)
En kunnen hier twee verschillende modi computersequencerbesturing worden geselecteerd en ook de respectievelijke
MIDI-poortinstellingen voor besturing. Als u de gewenste instellingen heeft gemaakt, drukt u op de knop [ENTER] om
daadwerkelijk de presetbesturingssjablonen (templates) voor de software op te roepen. Voor details raadpleegt u de
Beknopte handleiding op blz. 147.
Via deze display kunt u de parameters instellen die gerelateerd zijn aan de handelingen met de knop Master Effect.
(Druk op de beide knoppen [ARP FX] en [EQ] zodat hun lampjes oplichten.)
Wijst een parameter van het mastereffect toe aan elk van de knoppen. Beschikbare parameters verschillen afhanke-
lijk van het geselecteerde type mastereffect.
Via deze display kunt u basis-MIDI-instellingen maken.
Bepaalt het MIDI-ontvangstkanaal als deze synthesizer is ingesteld op de monotimbrale toongeneratormodus (modi
Voice/Performance).
Instellingen: 1~16, omni (alle kanalen), off
n
In de multitimbrale toongeneratormodus (modi Song/Pattern), ontvangt elk van de parts MIDI-data overeenkomstig zijn toege-
OPM.
wezen MIDI-ontvangstkanaal ([SONG] of [PATTERN] → [MIXING] → [EDIT] → Selectie part → [F1] VOICE → [SF2] MODE →
ReceiveCh).
Modus Utility
263
Gebruikershandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
