Interne structuur (systeemoverzicht)
●
Amplitude
[VOICE] → → → → Selectie voice → → → → [EDIT] → → → → Selectie element/
Selectie drumtoets → → → → [F4] AMP
Dit gedeelte regelt het uitgangsniveau (de amplitude) van het geluid
dat door het filter wordt uitgevoerd. De signalen worden vervolgens
op dit niveau naar het effectblok gestuurd. Ook kunt u door het in-
stellen van de AEG (amplitude-envelopegenerator) regelen hoe het
volume in de loop van de tijd verandert.
AEG (amplitude-envelopegenerator)
Door de AEG te gebruiken kunt u de overgang van het volume rege-
len vanaf het moment dat het geluid begint tot het moment dat het
geluid stopt. U kunt de AEG creëren door de hieronder geïllustreerde
parameters in te stellen. Als u een noot via het toetsenbord bespeelt,
zal het volume overeenkomstig deze envelope-instellingen verande-
ren. Bovendien kunnen er verschillende AEG-parameters per ele-
menttoets (Element Key) worden ingesteld.
Attack-
Niveau
niveau
(volume)
Initieel
niveau
0
Decay1-
Attack-
tijd
tijd
De toets indrukken (toets aan)
n
Als u de toets loslaat terwijl u de voetschakelaar die op de aansluiting
OPM.
SUSTAIN is aangesloten ingedrukt houdt, zal het geluid aanhouden op
het hierboven aangegeven sustainniveau. Bij voices met een waarde
groter dan 0 voor het sustainniveau, wordt het geluid aangehouden.
Bij voices met de waarde 0 voor het sustainniveau sterft het geluid op
een natuurlijke manier uit tot stilte.
●
LFO (laagfrequente oscillator)
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → Selectie element/
selectie drumtoets → [F5] LFO
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] → [F5] LFO
Zoals zijn naam al aangeeft produceert de LFO een golfvorm met
een lage frequentie.
Deze golfvormen kunnen worden gebruikt om de toonhoogte, het
filter en de amplitude van elk te variëren, om effecten zoals vibrato,
wah en tremolo te creëren. LFO kan onafhankelijk voor elk van de
elementen worden ingesteld; het kan ook gemeenschappelijk voor
alle elementen worden ingesteld.
162
Decay1-
niveau
Sustain-niveau
(Decay2-niveau)
Decay2-
Release-
tijd
tijd
De toets loslaten (toets uit)
Gebruikershandleiding
Monotimbrale toongenerator (modus
Voice/Performance) en multitimbrale
toongenerator (modus Song/Pattern)
Het interne toongeneratorblok werkt op twee verschillende manieren
(monotimbraal en multitimbraal), afhankelijk van de geselecteerde
modus. Het verschil tussen de twee is of ze multi-MIDI-kanalen wel
of niet tegelijkertijd kunnen verwerken.
●
Monotimbrale toongenerator (modus Voice/Performance)
Een MIDI-toongenerator die op een enkel MIDI-kanaal ontvangt en
een enkele instrumentpart speelt wordt een 'monotimbrale' toonge-
nerator genoemd. Dit is de manier waarop de interne toongenerator
in de modi Voice en Performance werkt.
n
Gebruik de volgende handeling in de modus Utility, om de het MIDI-
OPM.
ontvangstkanaal in te stellen voor monotimbrale werking (modi Voice
en Performance).
[UTILITY] → [F5] MIDI → [SF1] CH → BasicRcvCh
●
Multitimbrale toongenerator (modus Song/Pattern)
Een MIDI-toongenerator die op meerdere MIDI-kanalen tegelijk ont-
vangt en meerdere instrumentparts speelt, wordt een 'multitimbrale'
toongenerator genoemd. Hiermee kunt u multikanaals MIDI-song-
data — zoals op een MIDI-sequencer of computer — afspelen waar-
bij elke interne part is toegewezen aan en bespeeld wordt via een
Release-
andere track of ander kanaal. Dit is de manier waarop de interne
niveau
toongenerator in de modi Song en Pattern werkt.
tijd
n
Gebruik de volgende handeling in de modus Utility, om het MIDI-
OPM.
ontvangstkanaal in te stellen voor multitimbrale werking (modi Song en
Pattern).
[SONG] of [PATTERN] → [MIXING] → [EDIT] → Selectie part → [F1]
VOICE → [SF2] MODUS → ReceiveCh
n
Als u een externe MIDI-sequencer of computer gebruikt om dit instru-
OPM.
ment te bespelen, zorg er dan voor dat u de modus Song of modus
Pattern gebruikt.
Maximale polyfonie
Maximale polyfonie verwijst naar het hoogste aantal noten
dat tegelijkertijd door de interne toongenerator van het
instrument kan worden weergegeven.
De maximale polyfonie van deze synthesizer is 128. Als
het interne toongeneratorblok een aantal noten ontvangt
dat de maximale polyfonie overschrijdt, zullen reeds ge-
speelde noten worden afgekapt. Vergeet niet dat dit
vooral op kan vallen bij voices die geen decay hebben.
Bovendien geldt de maximale polyfonie voor het aantal
voice-elementen dat wordt gebruikt, niet het aantal
voices. Als er normale voices worden gebruikt die tot vier
elementen bevatten, kan het maximaal aantal tegelijk te
gebruiken noten minder zijn dan 128.
n
Als het pluginboard is geïnstalleerd, wordt de maximale poly-
OPM.
fonie overeenkomstig verhoogd. Voor details over maximale
polyfonie voor de pluginboards, raadpleegt u de gebruikers-
handleiding van het betreffende board.