Een song creëren op de MOTIF ES
Druk op de knop [F] (afspelen) om het opnemen
4
te starten en het patroon af te spelen.
Wijzig de sectie op de gewenste punten, terwijl het patroon speelt.
LOCATE
Sectie I-P
PRE 5
PRE 6
USER 1
A. PIANO
KEYBOARD
ORGAN
A
B
C
SYN LEAD
SYN PAD/
SYN COMP CHROMATIC
CHOIR
PERCUSSION
Sectie A-H
Druk op de knop [■] (stoppen) om het opnemen
5
te stoppen.
Het instrument keert terug naar de display Pattern Chain.
Druk op de knop [F] (afspelen) om de opgenomen
6
patroonketen te horen.
Schrijf de gecreëerde patroondata weg naar een
7
SmartMedia/USB-opslagapparaat (blz. 132) voor-
dat het instrument wordt uitgezet.
U kunt desgewenst ook de tempotrack en scenetrack opnemen.
Als de opnametrack is ingesteld op 'tempo' verplaats dan de
cursor naar tempowaarde (tijdens het opnemen in stap 4 hier-
boven) en gebruik de datadraaischijf en de knoppen [INC/YES]/
[DEC/NO] om het tempo te veranderen terwijl de keten speelt.
Als de opnametrack is ingesteld op 'scene', druk dan op de
knop [MUTE] (het lampje licht op) en gebruik de nummerknop-
pen [1] - [16] om desgewenst elk van de tracks tijdens het op-
nemen aan/uit te zetten.
116
SEQ TRANSPORT
1
2
CATEGORY
USER 2
GM
PLG 1
PLG 2
PLG 3
SEARCH
GUITAR/
BASS
STRINGS
BRASS
REED/PIPE
PLUCKED
D
E
F
G
H
SECTION
DRUM/
SE
MUSICAL FX
COMBI
PERCUSSION
Gebruikershandleiding
■ Een patroonketen bewerken
In de modus Pattern Chain Edit kunt u de volgorde van de
secties in een keten bewerken, alsook tempo- en scene-/demp-
eventdata invoegen.
Selecteer in de modus Pattern Play een patroon
1
waarvoor reeds data zijn gecreëerd.
Druk op de knop [F6] CHAIN om de display
2
Pattern Chain Play op te roepen.
Druk op de knop [EDIT] om de modus Pattern
3
Chain Edit te activeren en bewerk vervolgens elk
van de tracks van de patroonketen.
Patroontrackbewerking
Voer de gewenste sectie
(A - P) of de End-markering
in met de knoppen [INC/YES]
en [DEC/NO].
Scenetrackbewerking
Knop [F4]
Tempotrackbewerking
Knop [F4]
Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de
display Pattern Chain Play en druk vervolgens op de
4
knop [F] (afspelen) om de bewerkte patroonketen
te horen.
Schrijf de gecreëerde patroonketen weg als patroon-
5
data naar een SmartMedia/USB-opslagapparaat (blz.
132) voordat het instrument wordt uitgezet.
EDIT
Knop [F4]
Druk op de knop [F6]
om het event op de
cursorpositie te wissen.
Druk op de knop [F5] om het event op
de cursorpositie tussen te voegen.
Druk op de knop [F6] om het event op
de cursorpositie te wissen.