Modus Pattern Play
[SF5] COPY
[F5] REMIX
Met deze functie beschikt u over een verscheidenheid aan semi-willekeurige presets voor het verdelen van de MIDI-sequencedata en wijzigen van de nootlengte,
waardoor u volledig nieuwe variaties van een patroon kunt creëren. Deze functie is bijzonder effectief bij het gebruik op een track die een samplevoice bevat die
met het sampletype SLICE+SEQ via de functie Sampling is gecreëerd of samples die in delen zijn gesneden (sliced) via de job Sample Slice.
Stel de parameters onder in en druk vervolgens op de knop [ENTER] om de handeling Remix uit te voeren. U kunt vervolgens op de knop Play drukken om het
resultaat van de Remix te beluisteren. Als u niet tevreden bent met de resultaten, probeert u een ander type/variatie en drukt u op [ENTER]. Als u de verande-
ringen zo wilt houden drukt u op [SF5] OK. (Undo kan niet worden gebruikt bij Remix.) Om terug te keren naar de originele display zonder de data te veranderen,
drukt u op de knop [SF4] CANCEL.
n
Aangezien de geremixte data als een nieuw frase worden opgeslagen en aan de huidige track worden toegewezen, blijft de originele frasedata als een niet toegewezen frase bestaan.
OPM.
Type
Variation
[F6] CHAIN (keten)
Modus Pattern Chain Play
Modus Pattern Chain Record
Modus Pattern Chain Edit
[F1] CHANGE
Pattern Track Edit
(patroontrackbewerking)
Scene Track Edit
(scenetrackbewerking)
Tempo Track Edit
(tempotrackbewerking)
242
Bronpatroonnummer,
-frasenummer
Bestemmingsfrase en -track
van het momenteel bewerkte
patroon
Bepaalt hoe de data in de geselecteerde track zullen worden verdeeld en herschikt. De regels voor verdeling en
herschikking zijn anders voor elk remixtype. Het type wordt ook grafisch in de display getoond.
Instellingen: 1~16
Bepaalt hoe de originele MIDI-sequencedata zullen worden gemodificeerd.
Instellingen: Normal1~16, Reverse1~16, Break 1~16, Pitch 1~16, Roll 1~16
Normal 1~16 ....De originele data worden alleen verdeeld en herschikt. er zijn 16 variaties voorhanden.
Reverse1~16 ...Naast de verdeling en herschikking kan het zijn dat sommige delen van de data achterstevoren worden gespeeld. Er
zijn 16 variaties voorhanden.
Break 1~16 ......Naast de verdeling en herschikking kan het zijn dat sommige delen van de data worden gewist om breaks te creëren.
Er zijn 16 variaties voorhanden.
Pitch 1~16........Naast de verdeling en herschikking kan het zijn dat sommige delen van de data in toonhoogte worden verschoven. Er
zijn 16 variaties voorhanden.
Draai 1~16 .......Naast de verdeling en herschikking kan het zijn dat sommige delen van de data worden afgespeeld met een roffeleffect
(roll). Er zijn 16 variaties voorhanden.
Raadpleeg blz. 115 in de sectie Beknopte handleiding.
[PATTERN] → [F6]
Via deze modus kunt u de geprogrammeerd sectieketensequence afspelen die in de modus Pattern Record of
modus Pattern Edit is gecreëerd. De parameters zijn gelijk aan die in de display [F1] PLAY.
[PATTERN] → [F6] → [I] (opnemen)
Modus Recording Standby
Tijdens opname [PATTERN] → [F6] → [I] (Record) → [F] (afspelen)
Tijdens het opnemen van de tempotrack kunt u de tempowaarde veranderen.
Tijdens het opnemen van de scenetrack kunt u trackdempinstellingen opnemen.
Tijdens het opnemen van de patroontrack kunt u de sectie wijzigen.
[PATTERN] → [F6] → [EDIT]
Via de modus Pattern Chain Edit kunt u de volgorde van de secties in een keten bewerken, alsook tempo- en scene-
/demp-eventdata tussenvoegen.
Roep de gewenste trackdisplay op door op de knop [F4] TR SEL te drukken om de geselecteerde track te bewerken.
Via deze display kunt u de sectieveranderingen voor elk van de maten veranderen. Verplaats de cursor naar de
kolom 'Section' voor de gewenste maat en voer de gewenste sectie in. Om het einde van een keten in te stellen,
voert u op de betreffende maat een END-markering in. (Zie voor meer informatie blz. 116.)
Om het event op de momenteel geselecteerde positie te wissen, drukt u op de knop [F6] CLEAR.
U kunt de trackdempwijzigingen in tellen veranderen. Gebruik de knop [F5] INSERT en de knop [F6] DELETE om het
event tussen te voegen/te wissen.
U kunt de tempoveranderingen in tellen veranderen. Gebruik de knop [F5] INSERT en de knop [F6] DELETE om het
event tussen te voegen/te wissen.
Gebruikershandleiding
Als dit vakje is aangekruist worden samplevoices,
die zijn toegewezen aan de bronfrase, als sample-
voices naar de bestemmingsfrase gekopieerd, en
toegewezen aan de corresponderende tracks in
het geselecteerde patroon.
Na het instellen drukt u
op de knop [ENTER] om
de frase te kopiëren.
Opnametrack
De userfrasen die kunnen worden toegewezen
met de functie Patch zijn beperkt tot degene die
onderdeel uitmaken van het momenteel gese-
lecteerde patroon. Met deze functie kunt u fra-
sen in een ander patroon kopiëren naar het ge-
selecteerde patroon. Druk op de knop [SF5] om
de links getoonde display op te roepen. Na het
naar wens instellen van de parameters drukt u
op de knop [ENTER] om de frasedata te kopiëren.
PAS OP
De kopieerhandeling overschrijft alle reeds
bestaande data in de bestemmingsfrase.
U kunt één van de volgende tracks voor opnemen selecteren.
• patt (patroon): neemt sectieveranderingen op tijdens
het afspelen
• tempo: neemt tempowijzigingsinformatie op tijdens
het afspelen
• scene: neemt trackdempinstellingen op tijdens het
afspelen