TIP
Een voice bewerken met de KN-draaiknoppen.
De vier draaiknoppen linksboven op het instrument zijn niet alleen voor het bijregelen van het geluid terwijl u speelt — u
kunt ze ook gebruiken om een voice te bewerken, of in de modus Voice Play of in de modus Voice Edit.
● Als de aanduiding [PAN/SEND] is aangezet:
PAN
Bepaalt de stereopanpositie van de voice.
REVERB
Bepaalt de hoeveelheid reverbeffect die wordt toegepast op de voice.
CHORUS
Bepaalt de hoeveelheid choruseffect die wordt toegepast op de voice.
TEMPO
Bepaalt het tempo van de arpeggio die is toegewezen aan de momenteel
geselecteerd voice.
● Als de aanduiding [TONE] is aangezet:
CUTOFF
Verhoogt of verlaagt de filterafsnijfrequentie om de helderheid van de
klank aan te passen.
RESONANCE
Versterkt of verzwakt het niveau in het gebied rond de filterafsnijfrequentie.
ATTACK
Bepaalt de attacktijd van het geluid. U kunt bijvoorbeeld een stirjkers-
voice aanpassen zodat het geluid geleidelijk in volume aanzwelt door een
langzame attacktijd in te stellen – gewoon deze knop naar rechts draaien.
RELEASE
Bepaalt de releasetijd van het geluid. De knop naar rechts draaien stelt
een lange releasetijd in (afhankelijk van de geselecteerde voice) en laat
het geluid uitsterven nadat de toets wordt losgelaten. Stel een korte
releasetijd in om het geluid abrupt af te breken,.
n
De instellingen hierboven worden als offsets toegepast op de instellingen voor de AEG en FEG in de modus Voice Edit.
OPM.
● Als de aanduiding [ARP FX] is aangezet:
SWING
Past het swinggevoel van het afspelen van de arpeggio aan.
GATE TIME
Past de doorlaattijd/-lengte (gatetime) van de arpeggionoten aan.
VELOCITY
Past de aanslagsnelheid van de arpeggionoten aan.
UNITMULTIPLY
Past de afspeeltijd van de arpeggio aan op basis van het tempo.
● Als de aanduiding [EQ] is aangezet:
LO
Bepaalt de hoeveelheid versterking of verzwakking die wordt toegepast
op de lage frequentieband van de master-EQ.
LO MID
Bepaalt de hoeveelheid versterking of verzwakking die wordt toegepast
op de laag-midden-frequentieband van de master-EQ.
HI MID
Bepaalt de hoeveelheid versterking of verzwakking die wordt toegepast
op de hoog-midden-frequentieband van de master-EQ.
HI
Bepaalt de hoeveelheid versterking of verzwakking die wordt toegepast
op de hoge frequentieband van de master-EQ.
n
De instellingen hierboven worden toegepast als offsets voor de instellingen voor de EQ in de [VOICE] → [UTILITY] → [F3] VOICE → [SF1] MEQ-
OPM.
display.
● Als zowel de aanduiding [PAN/SEND] als [TONE] is aangezet (door ze gelijktijdig in te drukken):
Past de parameters aan die aan deze knoppen zijn toegewezen [UTILITY] → [F4] CTL ASN → [SF2] ASSIGN-display.
ASSIGN A
ASSIGN B
Past de parameters aan die aan deze knoppen zijn toegewezen in de [VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] → [F4] CTL SET-
ASSIGN 1
display.
ASSIGN 2
n
Naast de bovenstaande functies, kunnen mastereffectgerelateerde parameters (in te stellen in de [UTILITY] → [F3] VOICE → [SF2] MEF-display)
OPM.
aan deze vier knoppen worden toegewezen door tegelijkertijd op de knoppen [ARP FX] en [EQ] te drukken. De specifieke parameters die aan de
vier knoppen zijn toegewezen, kunnen worden ingesteld in de [UTILITY] → [F4] CTL ASN → [SF5] MEF-display.
TIP
Een voice bewerken met de CS-schuifregelaars
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → Selectie element → [F4] AMP → [SF1] LVL/PAN → Level
In de modus Voice kunt u met de vier CS-schuifregelaars afzonderlijk de niveaus van de elementen van een nor male voice of
de drumvoicetoetsen aanpassen. Als een nor male voice is geselecteerd, kunt u de niveaubalans tussen de vier elementen
aanpassen.
n
Onbewust gebruik van de schuiven kan resulteren in geen geluid. Als dit plaatsvindt, schuif de schuif dan omhoog.
OPM.
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] →
[F2] OUTPUT → Pan
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] →
[F2] OUTPUT → RevSend
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] →
[F2] OUTPUT → ChoSend
[VOICE] → Selectie voice → [F6] ARP → Tempo
[VOICE] → Selectie voice → [F5] EG → CUTOF
[VOICE] → Selectie voice → [F5] EG → RESO
[VOICE] → Selectie voice → [F5] EG → ATK (AEG)
[VOICE] → Selectie voice → [F5] EG → REL (AEG)
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] →
[F3] ARP → [SF3] PLAY FX → Swing
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] →
[F3] ARP → [SF3] PLAY FX → GateTimeRate
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] →
[F3] ARP → [SF3] PLAY FX → VelocityRate
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] →
[F3] ARP → [SF3] PLAY FX → UnitMultiply
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] →
[F1] GENERAL → [SF3] MEQ OFS → LOW
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] →
[F1] GENERAL → [SF3] MEQ OFS → LOW MID
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] →
[F1] GENERAL → [SF3] MEQ OFS → HIGHMID
[VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] →
[F1] GENERAL → [SF3] MEQ OFS → HIGH
Een voice bewerken
blz. 190
blz. 191
blz. 191
blz. 189
blz. 189
blz. 189
blz. 189
blz. 189
blz. 192
blz. 192
blz. 192
blz. 192
blz. 190
blz. 190
blz. 190
blz. 190
blz. 263
blz. 192
81
Gebruikershandleiding