Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Yamaha MOTIF ES6 Gebruikershandleiding pagina 196

Inhoudsopgave

Advertenties

Modus Voice Edit
Normal Voice Edit
InsEffectOut
(insertie-effectuitvoer)
[SF3] LIMIT
NoteLimit
VelocityLimit
VelCrossFade
(aanslagcrossfade)
[F2] PITCH
[SF1] TUNE
Coarse
Fine
FineScaling
Random
[SF2] VEL SENS
(aanslaggevoeligheid)
EGTime,
Segment
EGDepth,
Curve
Pitch
196
Element Edit
Bepaalt welke insertie-effect (1 of 2) wordt gebruikt om elk afzonderlijke element te bewerken. Met de instelling 'thru'
kunt u de insertie-effecten voor het aangegeven element omzeilen (bypass). (Deze parameter is gelijk aan 'EL:OUT'
in de [F6] EFFECT → [SF1] CONNECT-display in de modus Normal Common Edit. Hier een instelling maken, veran-
dert automatisch ook de instelling van die parameter.)
Instellingen: thru, insA (insertie-effect A), insB (insertie-effect B)
Bepaalt de laagste en hoogste noten van het toetsenbordbereik voor elk element. Het geselecteerde element zal
alleen klinken als u noten in dit bereik speelt.
Instellingen: C -2 ~ G8
n
U kunt ook een linker- en rechterhandbereik voor het element instellen, met een nootbereik-'gat' in het midden, door eerst
OPM.
de hoogste noot aan te geven. Door bijvoorbeeld een Note Limit (nootbegrenzing) van 'C5 - C4' in te stellen, kunt u het
element via twee afzonderlijke bereiken bespelen: C -2 tot C4 en C5 tot G8. Tussen C4 en C5 gespeelde noten bespelen
niet het geselecteerde element.
n
U kunt het bereik ook rechtstreeks via het toetsenbord instellen door de knop [INFORMATION] ingedrukt te houden en de
OPM.
gewenste lage en hoge toetsen in te drukken. Raadpleeg de sectie Basisbediening, blz. 53.
Bepaalt de minimum en maximum waarden van het aanslagbereik waarbinnen elke van de elementen zal reageren.
Elk van de elementen zal alleen klinken voor noten die binnen het aangegeven aanslagbereik worden gespeeld.
Hiermee kunt u bijvoorbeeld één element laten klinken als u zacht speelt en een andere als u harder speelt.
Instellingen: 1 ~127
n
OPM.
U kunt ook afzonderlijke lage en hoge bereiken voor het element creëren, met een aanslag-'gat' in het midden, door eerst
de maximum waarde aan te geven. Door een Velocity Limit (aanslagbegrenzing) van 93 - 34 in te stellen kunt u het element
via twee afzonderlijke aanslagbereiken bespelen: zacht (1 - 34) en hard (93 - 127). Noten die met een middelmatige aan-
slag tussen 35 en 92 worden gespeeld, bespelen niet het geselecteerde element.
Dit bepaalt hoe geleidelijk het geluid van een element in volume afneemt in verhouding tot de afstand van de aan-
slagveranderingen buiten de instelling van de Velocity Limit (aanslagbegrenzing) (hierboven). De praktische toe-
passing van deze parameter is om natuurlijk klinkende aanslagcrossfades te creëren, waarbij verschillende elemen-
ten geleidelijk veranderen, afhankelijk van hoe hard of zacht u speelt. Des te hoger de waarde, des te geleidelijker
de niveauverandering.
Instellingen: 0 ~ 127
Via deze display kunt u verschillende toonhoogtegerelateerde parameters voor het geselecteerde element instellen.
Bepaalt de toonhoogte van elk van de elementen in halve noten.
Instellingen: -48 ~ 0 ~ +48
Bepaalt de fijnstemming voor de toonhoogte van elke van de elementen.
Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63
Bepaalt de mate waarin de noten (met name, hun positie of octaafbereik) de toonhoogte van het geselecteerde ele-
ment beïnvloeden bij het fijnstemmen (hierboven ingesteld), waarbij C3 als grondtoon wordt beschouwd.
Een positieve instelling zorgt dat de toonhoogte van lagere noten lager wordt en die van hogere noten hoger.
Negatieve waarden zullen het tegengestelde effect hebben.
Instellingen: -64 ~ 0 ~+63
Hiermee kunt u de toonhoogte van het element voor elke noot die u speelt willekeurig variëren. Dit is doeltreffend bij
het reproduceren van de natuurlijke toonhoogtevariaties bij akoestische instrumenten. Het is ook handig voor het
creëren van ongebruikelijke toonhoogteveranderingen. Des te hoger de waarde, des te groter de toonhoogte-
variatie. De waarde '0' geeft geen toonhoogteverandering.
Instellingen: 0 ~127
Via deze display kunt u bepalen hoe de Pitch EG op de aanslag reageert.
Bepaalt de aanslaggevoeligheid van de tijdsparameters van de PEG. Selecteer eerst het segment en stel vervol-
gens zijn parameter Time (tijd) in. Positieve instellingen voor Time zullen het aangegeven segment sneller afspelen
in verhouding met de gespeelde aanslag en negatieve waarden zullen het langzamer afspelen.
Instellingen: EGTime -64 ~0 ~+63
Instellingen: Segment: atk, atk+dcy, dcy, atk+rls, all
atk (attack) .............................De EG Time-waarde beïnvloedt de attacktijd.
atk+dcy (attack + decay) ......De EG Time-waarde beïnvloedt de attack-/decaytijd.
dcy (decay)............................De EG Time-waarde beïnvloedt de decaytijd.
atk+rls (attack + release).......De EG Time-waarde beïnvloedt de attack-/releasetijd.
all ..........................................De EG Time-waarde beïnvloedt alle PEG Time-parameters.
Bepaalt de aanslaggevoeligheid van de Level-parameter van de PEG. Positieve instellingen zorgen dat de toon-
hoogte sneller stijgt naarmate u het toetsenbord harder bespeelt, en negatieve waarden zorgen dat het daalt. Bij de
parameter Curve kunt u uit vijf verschillende presetaanslagcurven kiezen (grafisch aangegeven in de display), die
bepaalt hoe de aanslag de parameter Pitch EG Depth beïnvloedt.
Instellingen: EGDepth: -64 ~ 0 ~ +63
Instellingen: Curve: 0 ~ 4
Bepaalt de aanslaggevoeligheid van de toonhoogte (Pitch). Extreme waarden geven een grotere variatie in diepte
van de PEG. Bij positieve waarden verandert de diepte van de PEG meer, naarmate u de toetsen harder bespeelt.
Bij negatieve waarden verandert de diepte van de PEG meer, naarmate u de toetsen zachter bespeelt.
Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif es7Motif es8

Inhoudsopgave