Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pasfrequentie En -Lengte - Polar M400 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor M400:
Inhoudsopgave

Advertenties

Om de stride sensor automatisch te kalibreren kies je
Instellingen > Sportprofielen > Hardlopen > Stride sensor > Kalibratie > Automatisch
Als de stride sensor wordt gebruikt, kan de automatische kalibratie ook tijdens een sessie worden
gestart. Houd LICHT ingedrukt om naar het Snelmenu te gaan en kies daarna Stride sensor > Kali-
bratie > Automatisch.

PASFREQUENTIE EN -LENGTE

Pasfrequentie* is het aantal keren per minuut dat de voet met de stride sensor* de grond raakt. Pas-
lengte* is de gemiddelde lengte van een pas. Dat is de afstand tussen je linker- en rechtervoet wanneer
deze de grond raken. Loopsnelheid = 2 * paslengte * pasfrequentie Er zijn twee manieren om sneller te
lopen: je benen met een hogere frequentie bewegen of grotere passen nemen. Top langeafstandslopers
lopen gewoonlijk met een hoge pasfrequentie van 85-95. Heuvel op zijn de pasfrequentiewaarden lager.
Heuvel af zijn ze hoger. Lopers passen hun paslengte aan om snelheid op te bouwen; de paslengte
neemt toe naarmate de snelheid toeneemt. De meest gemaakte fout bij beginnende lopers is het maken
van te grote passen. De meest efficiënte paslengte is de natuurlijke – die waarbij men zich het prettigst
voelt. Je kunt tijdens wedstrijden harder lopen door je beenspieren te versterken, zodat deze je met gro-
tere passen vooruit brengen.
Probeer ook de efficiëntie van de pasfrequentie te maximaliseren. Het is niet eenvoudig om de pas-
frequentie te verbeteren, maar als je op de juiste wijze traint, kun je het gedurende de gehele training vol-
houden en je prestaties maximaliseren. Om de pasfrequentie te ontwikkelen, moet de zenuw-
spierbinding betrekkelijk vaak worden getraind. Eenmaal per week een sessie pasfrequentie trainen is
een goed begin. Neem wat pasfrequentiewerk op in de rest van je week. Tijdens lange, gemakkelijke
afstanden kun je zo nu en dan de pasfrequentie opvoeren. Een goede manier om de paslengte te ver-
beteren, is specifieke krachtsinspanningen te ondernemen, zoals over heuvels lopen, in los zand lopen of
trappen op lopen. Een zesweekse trainingsperiode met daarin krachtwerk zou moeten leiden tot merk-
bare verbeteringen van de paslengte, en als dit wordt gecombineerd met een snellere beensnelheid
(zoals korte passen bij het beste 5 km-tempo), zouden ook merkbare verbeteringen van de algemene
snelheid moeten kunnen worden waargenomen.
63

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave