3 De kijktijd instellen
U kunt instellen hoelang de foto direct na de opname op het LCD-scherm moet
worden weergegeven. Als u wilt dat de camera de opname blijft weergeven, stelt u
[Vastzetten] in. Als u de opname niet wilt laten weergeven, stelt u [Uit] in.
Als [Vastzetten] is ingesteld, wordt de opname weergegeven totdat de camera wordt
uitgeschakeld omdat de ingestelde tijd voor automatische uitschakeling is verstreken.
3 De standaardinstellingen van de camera herstellen
De instellingen voor de opnamefunctie en menu-instellingen van de
camera kunnen worden teruggezet naar de standaardinstellingen.
Zie pagina 422 voor informatie over het instellen van een persoonlijke voorkeuze.
Selecteer [Kijktijd].
1
Selecteer op het tabblad [z3]
[Kijktijd] en druk vervolgens op
<0>.
Stel de gewenste tijd in.
2
Selecteer de gewenste instelling en
druk op <0>.
Selecteer [Wis alle camera-
1
instellingen].
Selecteer op het tabblad [54] de
optie [Wis alle camera-instellingen]
en druk vervolgens op <0>.
Selecteer [OK].
2
Als u alle camera-instellingen wist,
worden de standaardinstellingen van de
camera teruggezet (zie pagina 78-80).
Voordat u begint
77