Kaart selecteren voor opname en weergave
3
Indien in de camera reeds een CF-kaart of CFast-kaart is geplaatst,
kunt u beginnen met het opslaan van opnamen. Wanneer slechts
één kaart is geplaatst, hoeft u de procedures die zijn beschreven
op de pagina's 152-154 niet te volgen.
Indien u beide kaarten plaatst, kunt u de opnamemethode selecteren
en bepalen welke kaart u wilt gebruiken voor het vastleggen en
weergeven van opnamen.
[f] geeft de CF-kaart aan en [g] de CFast-kaart.
Opnamemethode met twee kaarten
152
Selecteer [Opn.functie+kaart/map
1
sel.].
Selecteer op het tabblad [51] de
optie [Opn.functie+kaart/map sel.]
en druk vervolgens op <0>.
Selecteer [Opn.functie].
2
Selecteer de opnamemethode.
3
Selecteer de opnamemethode en
druk vervolgens op <0>.