Q Snel instellen
Terwijl de Live View-opname wordt weergegeven, kunt u op de knop
<Q> drukken om de AF-modus, transportmodus, meetmodus,
witbalans, beeldstijl en Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie
helderheid) in te stellen.
Druk op de knop <Q>
1
De instelbare functies worden
weergegeven.
Selecteer een functie en stel deze in.
2
Gebruik <9> om een functie te
selecteren.
De instelling van de geselecteerde
functie wordt op het scherm
weergegeven.
Draai aan het instelwiel <6> of
<5> om de instelling te kiezen.
Als u Automatische witbalans wilt
instellen, selecteert u [Q]en drukt u
vervolgens op <0>.
Om de witbalans shift/
witbalansbracketing of de
beeldstijlparameters in te stellen,
drukt u op de knop <B>.
Druk op de knop <0> om terug te
gaan naar Live View-opnamen.
Instellingen voor de opnamefunctie
(
.
)
7
279