De datum/tijd/zone-instellingen kunnen worden teruggezet als de camera zonder accu wordt
opgeslagen, als de accu leeg raakt of als deze gedurende langere tijd wordt blootgesteld aan
temperaturen onder het vriespunt. Als dit gebeurt, stelt u de datum/tijd/zone opnieuw in.
Controleer nadat u de instelling van [Zone/Tijdverschil] hebt gewijzigd
of de juiste datum en tijd worden aangegeven.
Als u een Wired-LAN of Wireless File Transmitter gebruikt voor [Sync. tijd
tussen camera's], wordt aanbevolen dat u meerdere EOS-1D X Mark II-
camera's gebruikt. Als u [Sync.tijd tussen camera's] uitvoert met twee
verschillende modellen, worden de tijdzone of tijd mogelijk niet juist ingesteld.
De ingestelde datum en tijd worden van kracht wanneer u bij stap 6 [OK] selecteert.
In stap 3 is de tijd die rechtsboven wordt weergegeven in [Tijdzone] het
tijdsverschil ten opzichte van de UTC-tijd.
Zelfs als [52: Uitschakelen] is ingesteld op [1 min.], [2 min.] of [4 min.],
is de tijd voor automatisch uitschakelen circa 6 minuten wanneer het
instellingenscherm [52: Datum/tijd/zone] wordt weergegeven.
Het automatisch bijwerken van de tijd is mogelijk met de GPS-functie
(pag. 222).
3 De datum, tijd en zone instellen
Stel de zomertijd in.
5
Stel de zomertijd in als dit nodig is.
Draai aan het instelwiel <5> om
[Y] te selecteren.
Druk op <0> zodat <r> wordt
weergegeven.
Draai aan het instelwiel <5> om [Z] te
selecteren en druk vervolgens op <0>.
Wanneer zomertijd is ingesteld op [Z], zal de tijd
die is ingesteld in stap 4 met 1 uur vooruitgaan.
Als [Y] is ingesteld, wordt zomertijd geannuleerd
en gaat de tijd met 1 uur achteruit.
Verlaat de instelling.
6
Draai aan het instelwiel <5> om [OK] te
selecteren en druk vervolgens op <0>.
De datum/tijd/zone en de zomertijd
worden ingesteld en het menu wordt
weer weergegeven.
57