Directe instelling beeldkwaliteit
Met aangepaste bediening kunt u het beeldformaat toewijzen aan de
knop <B>, de multifunctieknop 2 of de knop voor
scherptedieptecontrole zodat u tijdelijk hier naartoe kunt schakelen.
Indien u [Directe inst. beeldkwaliteit] of [Dir. inst. beeldkw (vasth.)]
toewijst aan een van deze knoppen, kunt u snel overschakelen naar de
gewenste opnamekwaliteit en beginnen met opnemen.
Zie Aangepaste bediening (pag. 445) voor meer informatie.
Als onder [51: Opn.functie+kaart/map sel.] de optie [Opn. functie] is ingesteld
op [Apart opslaan], kunt u niet overschakelen naar Directe instelling beeldkwaliteit.
Maximale opnamereeks voor continue opnamen
De maximale opnamereeks wordt altijd weergegeven, zelfs als er geen kaart in de camera is
geplaatst. Controleer of er een kaart in de camera is geplaatst voordat u een opname maakt.
Als de maximale opnamereeks 99 of hoger is, wordt '99' weergegeven.
Indien de maximale opnamereeks afneemt tot 98 of minder en het interne
buffergeheugen vol raakt, wordt 'buSY' weergegeven in de zoeker en op het
LCD-paneel aan de bovenzijde. De camera kan dan tijdelijk geen opnamen
meer maken. Als u stopt met het maken van continue opnamen, neemt de
maximale opnamereeks toe. Nadat alle opnamen naar de kaart zijn
weggeschreven, kunt u de continue opnamen hervatten en maximaal het
aantal opnamen maken dat wordt vermeld in de tabel op pagina 158.
De opnamekwaliteit instellen
De maximale opnamereeks bij
benadering wordt weergegeven
aan de rechterzijde in de zoeker, in
het scherm Snel instellen, en onder
in het scherm Aangepast snel
instellen.
Als de maximale opnamereeks
voor continue opname 99 of hoger
is, wordt '99' weergegeven.
161