Een beeldstijl aanpassen
3
U kunt de Beeldstijlen aanpassen. U kunt de parameterinstellingen van
Beeldstijlen zoals [Sterkte], [Details] of [Drempel] van [Scherpte] en
[Contrast] en andere parameters van de standaardinstellingen. Maak
proefopnamen om het resultaat te bekijken. Zie pagina 174 voor het
aanpassen van [Monochroom].
172
Selecteer [Beeldstijl].
1
Selecteer op het tabblad [z1] de
optie [Beeldstijl] en druk vervolgens
op <0>.
Het keuzescherm voor beeldstijlen
wordt weergegeven.
Selecteer een beeldstijl.
2
Selecteer een beeldstijl en druk
vervolgens op <B>.
Selecteer een parameter.
3
Selecteer de in te stellen parameter
(zoals [Scherpte] - [Sterkte]) en druk
op <0>.
De instellingen en effecten worden
uitgelegd op de volgende pagina.