Scherpstellen met AF (AF-methode)
De AF-methode selecteren
U kunt de AF-methode instellen op [u+volgen] (pag. 285) of
[FlexiZone - Single] (pag. 287), al naargelang wat bij de
opnameomstandigheden en het onderwerp past.
Wanneer u nauwkeurig wilt scherpstellen, stelt u de
scherpstelmodusknop op de lens in op <MF>, vergroot u het beeld en
stelt u handmatig scherp (pag. 291).
U kunt de AF-methode ook instellen in het scherm [z4: AF-methode].
Continue AF is niet mogelijk met Live View-opnamen. (Continue AF is
niet beschikbaar.)
Bediening via touchscreen tijdens AF
Deze camera biedt geen touch shutter.
Ongeacht de instelling bij [z3: Pieptoon], klinkt de pieptoon (van
touchscreen) niet voor bediening via de touchscreen. Wanneer de
scherpstelling echter is uitgevoerd met AF, klinkt de pieptoon (voor bevestiging
van scherpstelling), afhankelijk van de instelling [z3: Pieptoon].
284
Druk op de knop <o>.
1
Selecteer de AF-methode.
2
Draai aan het instelwiel <6> om de
AF-methode te selecteren en druk op
<0>.
Als de optie [z5: LV Aanraakbediening]
is ingesteld op [Standaard] of [Gevoelig]
(pag. 283), kunt u op het scherm tikken op de
positie waarop u wilt scherpstellen om het
gezicht van een persoon of een onderwerp te
selecteren (het AF-punt verplaatsen) en
hierop scherp te stellen.