Tijdslimiet instellen voor het toevoegen van
een geotag voor de laatste locatie-informatie
Handig als u wilt doorgaan met het toevoegen van geotags met de locatie-informatie aan
de beelden, zelfs wanneer het satellietsignaal wordt onderbroken wanneer u van buiten
naar binnen gaat, enz. Als u [Onbeperkt] selecteert, worden de beelden voorzien van
een geotag met de laatst verkregen locatie-informatie totdat de bijgewerkte locatie-
informatie beschikbaar is. Als u 'Tijd' hebt geselecteerd, worden de beelden voorzien van
een geotag met de laatst verkregen locatie-informatie tot de ingestelde tijd is verstreken in
het geval dat de ontvangst van de locatie-informatie wordt onderbroken.
De locatie-informatie wordt mogelijk niet onmiddellijk van een geotag voorzien nadat u de aan-
uitschakelaar instelt op <1> of als u opnamen maakt direct na het automatisch uitschakelen.
Zelfs wanneer [GPS-pos. loggen] is ingesteld op [Uitschakelen] ([Behoud
positiegegevens] niet ingesteld), wordt de locatie-informatie gedurende circa 10 min. na
de onderbreking van de ontvangst van de locatie-informatie van een geotag voorzien.
Zie pagina 223-226 voor GPS-logfunctie. Houd er rekening mee dat de locatie-informatie niet wordt toegevoegd
aan de opnamen als u de loggegevens downloadt op een computer of deze naar een kaart overbrengt.
De camera bewaart de laatst verkregen locatie-informatie, zelfs nadat u de
aan-uitschakelaar instelt op <2> of de accu vervangt.
Controleer de instelling [GPS].
1
Controleer of [GPS] is ingesteld op
[Modus 1] of [Modus 2].
Selecteer [GPS-logger].
2
Stel [GPS-pos. loggen] in op
3
[Inschakelen].
Selecteer [GPS-pos. loggen] en druk
op <0>.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
Selecteer [Behoud
4
positiegegevens].
Stel de tijd in.
5
221