a: Handmatige belichting
In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens in. Raadpleeg de
indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of gebruik een in de handel verkrijgbare
belichtingsmeter om de belichting te bepalen. Deze methode heet handmatige belichting.
* <a> staat voor Manual (handmatig).
Sluitertijd
Diafragma
Standaardbelich-
tingsindex <a>
Donker (-)
236
1
2
3
4
Helder (+)
5
Stel de opnamemodus in op <a>.
Druk op de knop <W> en draai
aan het instelwiel <6> of <5> om
<a> te selecteren.
Stel de ISO-snelheid in
Stel de sluitertijd en het diafragma in.
Draai aan het instelwiel <6> om de
sluitertijd in te stellen. Draai aan het instelwiel
<5> om het diafragma in te stellen.
Als u de sluitertijd of het diafragma niet
kunt instellen, stelt u de aan-uitschakelaar
in op <1> en draait u vervolgens aan
het instelwiel <6> of <5>.
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in.
De belichtingsinstelling wordt
weergegeven in de zoeker en op het
LCD-paneel aan de bovenzijde.
Controleer de markering belichtingsniveau < >
aan de rechterkant van de zoeker om te zien hoe
ver het huidige belichtingsniveau is verwijderd van
het standaardbelichtingsniveau <a>.
Stel de belichting in en maak de opname.
Controleer de indicator voor het belichtingsniveau
en stel de sluitertijd en het diafragma in.
Indien de belichtingscorrectiewaarde hoger
is dan ±3 stops, wordt bij het uiteinde van de
indicator voor het belichtingsniveau <
< > weergegeven.
.
(pag. 163)
> of