Lensafwijkingscorrectie
3
Lichtafval is een verschijnsel dat ervoor zorgt dat de hoeken van de opname er donkerder
uitzien als gevolg van de optische eigenschappen van de lens. Een andere afwijking is
het verschijnen van kleurranden rond de contouren van het onderwerp. Dit heet
chromatische abberatie. De vervorming van het beeld als gevolg van de optische
kenmerken van de lens wordt vervorming genoemd. En afgenomen opnamescherpte als
gevolg van het diafragma wordt diffractie genoemd. Deze lensafwijkingen kunnen worden
gecorrigeerd. De opties [Corr. helderh. randen], [Corr. Chromat. afw.] en
[Diffractiecorrectie] zijn standaard ingesteld op [Inschakelen], en
[Vervormingscorrectie] is standaard ingesteld op [Uitschakelen].
Als het instellingenscherm [Correctiegeg. niet beschikbaar] of het
pictogram [
] wordt weergegeven, betekent dit dat de
correctiegegevens voor de betreffende lens niet zijn vastgelegd in de
camera. Zie 'Correctiegegevens voor de lens' op pagina 197.
Correctie helderheid randen
194
Selecteer
1
[Lensafwijkingscorrectie].
Selecteer op het tabblad [z1] de
optie [Lensafwijkingscorrectie] en
druk vervolgens op <0>.
Selecteer [Corr. helderh. randen].
2
Selecteer [Inschakelen].
3
Controleer of [Correctiegegevens beschikbaar]
wordt weergegeven voor de gebruikte lens.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
Maak de opname.
4
De opname wordt vastgelegd met de
gecorrigeerde helderheid van de randen.