Bedieningsterminal
6.2
Opbouw van de
Opdracht menu
•
Naam invoeren
•
Aantekening ingeven
•
Spuithoeveelheid (gewenste
afgifte) invoeren
•
dop a
•
dop b (alleen bij
regeling van
meervoudige doppen)
•
Opdracht starten/verder
gaan
•
Opdracht wissen
•
Daggegevens van de
opdracht wissen voor
•
bewerkte oppervlakte
•
werktijd
•
werkcapaciteit
•
gespoten hoeveelheid
spuitvloeistof
92
Hoofdmenu
Setup menu
•
Diagnose invoergegevens
•
Diagnose uitgaande
gegevens
•
Snelheidsimulator
•
Display instellingen (Setup)
•
Basisgegevens van de
machine
•
type machine kiezen
•
type spuitboom kiezen
•
tankinhoud invoeren
•
niveaumelder aan/uit
en calibreren
•
werkbreedte invoeren
•
aantal secties invoeren
•
aantal spuitdoppen per
sectie invoeren
• aantal
doorstroommeters
opgeven
•
regelconstante voor de
druk invoeren
•
kantdoppen aan/uit
•
schuimmarkeur aan/uit
•
comfortpakket aan/uit
•
besturing meervoudige
doppen aan/uit
•
Distance Control
aan/uit
•
Trail-Tron
disselbesturing aan/uit
•
factor afwijking en
regelconstante van de
Trail-Tron invoeren
•
opklapsysteem kiezen
•
type besturing kiezen
•
vacuumalarmgrens
instellen
•
Vergrendelen en
ontgrendelen van de
transportstand voor
servicedoeleinden
Werkmenu
Menu machinegegevens
•
Hellingcorrectie calibreren
•
Impulsen per liter
vaststellen, voor beide
doorstroommeters (DFM)
•
Vereist aftakastoerental
invoeren
•
Impulsen per 100m
calibreren
•
Secties permanent
uitschakelen
•
Selectie van de
afzonderlijke secties aan/uit
•
Alarmgrens van het
vulniveau invoeren
•
Tank bijvullen
•
Grootte van de stappen
invoeren
•
Maximale druk invoeren
•
Minimale druk invoeren
•
Automatische vergrendeling
van de spuitboom in-
/uitschakelen
•
Trail-Tron calibreren
•
Vereist toerental van de
pomp invoeren