Productbeschrijving
3.1
Werking
Fig. 7/...
34
De spuitpomp (L) zuigt de spuitvloeistof via de aanzuigarmatuur, de
aanzuigleiding (M) en aanzuigfilter (N) uit de spuittank. De
aangezogen spuitvloeistof gaat via de persleiding (P) naar de
armatuur aan de drukzijde. Deze bestaat uit de regelaar voor de
spuitdruk en het zelfreinigende persfilter. Van de drukarmatuur gaat
de spuitvloeistof via de doorstroommeter naar de sectiekranen (Q).
De sectie motorkleppen verdelen de vloeistof naar betreffende
spuitsecties. De retourstroommeter berekent de hoeveelheid
spuitvloeistof, die naar de spuittank wordt teruggevoerd, wanneer de
sectiekranen gesloten zijn.
De roerpomp (R) verzorgt het hoofdroerwerk in de spuittank.
Wanneer deze wordt ingeschakeld, zorgt het hoofdroerwerk voor een
homogene samenstelling van de spuitvloeistof. De capaciteit van het
roerwerk is traploos instelbaar met driewegkraan (H) van het
hoofdroerwerk.
De kraan (I) van het extra roerwerk zorgt voor extra roering in
spuittank. Dit extra roerwerk verhoogt de roercapaciteit bij het
aanmaken van de spuitvloeistof.
Voor het aanmaken van de spuitvloeistof, het
gewasbeschermingsmiddel voor een tankvulling in de vulmengbak (T)
brengen en in de spuittank laten opzuigen.
Het reinigingswater uit de beide schoonwatertanks (U) dient voor het
schoonmaken van het spuitsysteem.