4.10
Schoonwatertank
In de twee schoonwatertanks (Fig. 49/1 en
(Fig. 50/1), die met elkaar verbonden zijn,
wordt schoon water meegenomen. Dit water
dient voor
•
het verdunnen van de resthoeveelheid in de
spuittank bij het beëindigen van het spuiten.
•
Reinigen (doorspoelen) van de tank op het
veld.
•
Schoonmaken van de zuigarmatuur en de
spuitleidingen met gevulde tank.
Fig. 49 / Fig. 50
(2) Schroefdeksel met ontluchtingsklep voor de
vulopening.
(3) Niveauaanduiding met slang op de linker
schoonwatertank
De schoonwatertanks uitsluitend
met helder water vullen.
Belangrijk!
Voor het vullen van de
schoonwatertanks de beide
deksels los maken, omdat door
overdruk door het ongelijkmatig
Belangrijk!
vullen een tank kan beschadigen!
Vulaansluiting (Fig. 51/1) voor beide
schoonwatertanks.
vulslang aankoppelen.
-
-
schroefdeksels van de beide
schoonwatertanks wegnemen.
afsluitkraan openen.
-
-
schoonwatertanks vullen (niveauaan-
duidiing in de gaten houden)
afsluitkraan dichtzetten.
-
-
vulslang loskoppelen
schroefdeksels erop draaien
-
Fig. 49
Fig. 50
Fig. 51
Opbouw en werking
65