8.7
Het spuiten voorbereiden
Belangrijk!
•
Voor het nauwkeurig toedienen van
gewasbeschermingsmiddelen moet de veldspuit in goede
staat zijn. Laat de veldspuit regelmatig op de testbaan
controleren. Eventuele fouten meteen verhelpen.
•
Gebruik alle voorgeschreven filters. Maak de filters
regelmatig schoon (zie hiervoor hoofdstuk "Reinigen",
bladzijde Fehler! Textmarke nicht definiert.). Een storingvrije
werking van de veldspuit wordt alleen bereikt, als de
spuitvloeistof volledig wordt gefiltreerd. Een goede filtering
heeft veel invloed op het succes van de spuitbehandeling.
•
Houd rekening met de toegestane filtercombinaties of met
de maaswijdte. De maaswijdte van het zelfreinigend
persfilter en de dopfilters moet altijd kleiner zijn dan de
opening van de gebruikte spuitdoppen.
•
Het standaard ingebouwde filterelement van het
zelfreinigende persfilter heeft een maaswijdte van 0,3
mm bij een maasgetal 50 maaswijdte/inch. Dit
persfilterelement is geschikt voor een dopmaat vanaf
'03'.
•
Voor dopmaat '02' is een filterelement van 80
maaswijdte/inch nodig (extra uitvoering).
•
Voor de dopmaten '015' en '01' is een persfilterelement
van 100 maaswijdte/inch nodig (extra uitvoering).
•
Houd er rekening mee, dat bij het gebruik van de 80 of
100 maaswijdte/inch persfilterelementen sommige
gewasbeschermingsmiddelen kunnen worden
uitgefilterd. Raadpleeg in bijzondere gevallen de
leverancier van de gewasbeschermingsmiddelen.
Zie hiervoor hoofdstuk "Filteruitrusting", bladzijde 59.
•
Altijd de veldspuit grondig reinigen, voordat u met een
ander gewasbeschermingsmiddel gaat spuiten.
•
Reinig de spuitleiding
•
bij verwisselen van doppen.
•
voor de montage van andere spuitdoppen.
•
voor het verdraaien van de drielingdophouder naar een
andere dop.
Zie hiervoor hoofdstuk "Reiniging".
In bedrijfstellen
167