In bedrijfstellen
8.10.1
Opdrachtgegevens in de
Belangrijk!
8.10.2
Uitbrengen van de spuitvloeistof
Belangrijk!
Belangrijk!
180
Voor het spuiten de opdrachtgegevens in de
invoeren. Zie hiervoor "Opdrachtmenu". hfdst. 6
.
•
De veldspuit volgens voorschrift aan de tractor koppelen!
•
Verbindt de aansluitkabel van de machinecomputer met de
•
Controleer voor het spuiten de volgende machinegegevens
in de
•
de stappen in de afgifte.
•
de waarde voor het toegestane bereik van de spuitdruk
voor de gemonteerde spuitdoppen.
•
de waarde "Impulsen per 100m ".
•
Neem de vereiste maatregelen, wanneer tijdens het spuiten
een foutmelding op het display van de
verschijnt en gelijktijdig een alarmsignaal klinkt. Zie
hiervoor hoofdstuk "Foutmelding en akoestische
alarmsignalen", bladzijde 183.
•
Controleer de aangegeven spuitdruk tijdens het spuiten.
Zorg er voor, dat de aangegeven spuitdruk in geen geval
meer dan ±25% van de nagestreefde spuitdruk uit de
spuittabel afwijkt, bijv. bij verandering van de afgifte met de
plus / min toetsen. Grotere afwijkingen van de nagestreefde
spuitdruk veroorzaken geen optimaal resultaat van de
gewasbeschermingbehandeling en leiden tot
milieuverontreiniging.
Verlaag of verhoog de rijsnelheid net zo lang, tot u weer
binnen het toegestane bereik van de nagestreefde spuitdruk
komt.
•
Spuit de spuittank nooit helemaal leeg (geldt niet voor het
einde van de bespuiting). De spuittank op zijn laatst bij een
minimaal niveau van 50 liter bijvullen.
•
Aan het einde van het spuiten, bij een niveau van nog ca. 50
liter,
•
de keuzekraan spuiten / reinigen in positie "reinigen".
•
het roersysteem uitschakelen.
invoeren
.
: