Fig. 69/...
(1) Dophouder.
(2) Drielingdophouder.
(3) Membraan. Daalt de druk in de spuitleiding
tot ca. 0,5 bar, dan drukt het veerelement
(4) het membraan op de membraanzitting
(5) in de drielingdophouder.Hierdoor wordt
bereikt, dat de spuitdoppen niet
nadruppelen wanneer de spuitboom wordt
afgesloten.
(4) Veerelement.
(5) Membraanzitting.
(6) De complete membraanklep is met een
kapmoer aan de drielingdophouder
bevestigd.
(7) Dopfilters; standaard uitvoering 50
filterdraden/inch.
(8) Rubber afdichtdring.
(10) Bajonetaansluiting.
(11) Bajonetkap rood.
(12) Bajonetkap groen.
(13) Bajonetkap zwart.
(14) Bajonetkap geel.
(15) O-Ring.
(16) O-Ring.
1
15
2
7
11
8
14
10
13
Fig. 69
Opbouw en werking
3
4
16
5
6
10
9
11,12
79