6.1.1.3
Voedingskabel
De vereiste werkspanning bedraagt 12 V en
moet rechtstreeks van de accu of van de 12 Volt
startmotor worden afgenomen.
De voedingskabel vanuit de tractorcabine
-
aanleggen en aansluiten op de accu van de
tractor.
De
accu-aansluitkabel
aanleggen niet scherp knikken.
-
De aansluitkabel voor de accu op de
gewenste lengte inkorten.
-
De buitenmantel van de kabel op het uiteinde
ca. 250 tot 300 mm strippen.
-
Van de draadeinden bij ieder 5 mm isolatie
verwijderen.
-
Steek de blauwe draad (massadraad) in een
kabelschoentje met oog (Fig. 86/1).
-
Met een kabelschoentang vastklemmen.
-
Steek de bruine draad (+ 12 Volt) in vrije
uiteinde van de krimpkous (Fig. 86/2).
-
Met de kabelschoentang vastklemmen.
-
Krimpkous (Fig. 86/2) met een warmtebron
(aansteker of hete lucht föhn) krimpen tot de
lijm naar buiten komt
-
De voedingskabel op de accu van de tractor
aansluiten:
- Bruine draad aan +.
- Blauwe draad aan -.
bij
het
Fig. 85
Fig. 86
Bedieningsterminal
91