6.8.1
Balanscorrectie calibreren
Advies!
1. In de nulstand zetten. Hiervoor bedient u
het functiekader
spuitboom evenwijdig aan de grond.
2. Nulstand vastleggen. Bedien hiervoor het
functiekader
.
→ De nulstand is vastgelegd.
3. Naar rechts laten neigen. Hiervoor bedient
u het functiekader
rechter afstandhouder de grond net raakt.
4. Rechter aanslag vastleggen. Hiervoor
bedient u het functiekader
→ De rechteraanslag is vastgelegd.
5. Naar links laten neigen. Hiervoor het
functiekader
zolang bedienen, tot de
linker afstandhouder net de grond raakt.
6. Linker aanslag vastleggen. Hiervoor bedien
het functiekader
→ De linker aanslag is vastgelegd.
De hellingcorrectie werkt alleen naar behoren, wanneer voor de
elektrische of hydraulische balanscorrectie de afstelling op de
juiste wijze is uitgevoerd (balancering calibreren).
Voer het calibreren van de balancering uit
•
wanneer u de machine voor de eerste keer in bedrijfstelt.
•
bij afwijking van de weergegeven positie op het display en
de werkelijke positie van de spuitboom
of
en richt de
zolang, tot de
.
.
Fig. 107
Bedieningsterminal
105