6.8.2.1
Impulsen per liter berekenen - doorstroommeter
1. Vul de spuittank met schoon water (ca.
1000 l) tot een merkteken dat op beide
zijden van de tank is aangebracht.
2. Aftakas inschakelen de pomp met het
bedrijfstoerental (bijv. 450 t/min) aandrijven.
3. Bedien het functiekader
→ Het calibreren opstarten.
4. Spuitboom inschakelen en minstens 500 l
water (volgens niveau-aanduiding)
uitbrengen.
→ Het display toont doorlopend het aantal
berekende "Impulsen" voor de uitgebrachte
hoeveelheid water.
5. Spuitboom en aftakas uitschakelen.
6. Bereken de uitgebrachte hoeveelheid water
exact (bijv. met een watermeter) door de
tank weer tot markeerstrepen aan beide
zijden te vullen
•
met behulp van een meetvat,
•
door wegen of
•
met een watermeter.
7. Voer de waarde van de berekende
waterhoeveelheid in, bijv. 550 l.
8. Toets
indrukken en het calibreren is
beëindigd.
→ De
automatisch het calibratiegetal "Impulsen
per liter", geeft het ijkgetal aan en slaat dit
in het geheugen op.
6.8.2.2
Impulsen per liter handmatig invoeren - doorstroommeter
1. Roep in het functiekader
"Impulsen voor doorstroommeter 1
invoeren" op.
2. Voer het ijkgetal "Impulsen per liter" in. Zie
hiervoor hoofdstuk "Invoer van tekst en
cijfers", bladzijde 97.
3. Roep het functiekader
.
Fig. 108
berekent
de invoer
.
Fig. 109
Bedieningsterminal
107