Invoer:
Bestudeer nu de volgende voorbeelden. Denk eraan dat u
om apart ingevoerde getallen te scheiden, bijvoorbeeld bij het begin van een
expressie. De bewerkingen zelf (
slaan de tussenresultaten op. Het laatste resultaat dat is opgeslagen, is het eerste
dat wordt gebruikt in de volgende berekening.
Bereken 2 ÷ (3 + 10):
Invoer:
Bereken4 ÷ [14 + (7 × 3) – 2] :
Invoer:
Sommen met meerdere haakjes kunnen op dezelfde manier worden opgelost
dankzij de automatische opslag van tussenresultaten. Zou u (3 + 4) × (5 + 6) op
papier oplossen, dan berekent u eerst (3 + 4). Daarna berekent u (5 + 6). Tenslotte
vermenigvuldigt u de twee tussenresultaten om het antwoord te krijgen.
Met de HP 35s werkt u op dezelfde manier door het probleem. U hoeft alleen de
tussenresultaten niet op te schrijven—de rekenmachine onthoudt ze voor u.
Invoer:
Weergave:
Als u op de functietoets drukt, verschijnt
het antwoord. Het resultaat kan in
verdere berekeningen worden gebruikt.
,
, etc.) scheiden de volgende getallen en
Weergave:
Weergave:
Weergave:
RPN: De automatische geheugenstapel
Omschrijving:
Omschrijving:
Berekent eerst (3 + 10).
Zet 2 vóór 13 zodat de deling het
juiste resultaat oplevert: 2 ÷ 13.
Omschrijving:
Berekent (7 × 3).
Berekent de noemer.
Zet 4 vóór 33 ter voorbereiding op
de deling.
Berekent 4 ÷ 33, het antwoord.
Description:
Berekent eerst (3+4)
Berekent (5+6)
alleen gebruikt
2-13