Download Print deze pagina

HP 35s Gebruikershandleiding pagina 233

Wetenschappelijke rekenmachine
Verberg thumbnails Zie ook voor 35s:

Advertenties

STO(I)/(J)
RCL(I)/(J)
STO +, –,× ,÷, (I)/(J)
RCL +, –,× ,÷, (I)/(J)
X<>(I)/(J)
FN=(I)/(J)
U kunt geen naamloze variabelen of statische register oplossen of integreren.
Programmabesturing met (I)/(J)
Aangezien de inhoud van I elke keer kan veranderen als het programma bezig is
— of zelfs in verschillende delen van hetzelfde programma — een programma
instructie zoals STO (I) of (J) kan waarde opslaan in een andere variabele op
verschillende momenten. Bijvoorbeeld, STO (-1) geeft de opslag van de waarde in
Variabele A aan. Dit handhaaft de flexibiliteit door het precies (als het programma
werkzaam is) open te laten welke variabele of programmalabel nodig zal zijn.
Indirect adresseren is zeer bruikbaar bij het tellen en besturen van lussen. De
variabele I of J dient dan als index, met het adres van de variabele die de lusteller
bevat voor de functies DSE en ISG.
Vergelijkingen met (I)/(J)
U kunt (I) of (J) in een vergelijking gebruiken om een variabele indirect aan te
geven. Let op dat
getal in variabele I or J (een indirecte referentie), maar dat I of J en
waar de haakjes van de gebruiker worden gebruikt in plaats van de (I) of (J) toets),
betekent variabele I of J.
Naamloze indirecte variabelen
Het plaatsen van een positief getal in variabele I of J geeft u toegang tot maximaal
801 indirecte variabelen. Het volgende voorbeeld geeft aan hoe ze te gebruiken.
of
betekent dat de variabele is aangegeven door het
INPUT(I)/(J)
VIEW(I)/(J)
DSE(I)/(J)
ISG(I)/(J)
SOLVE(I)/(J)
∫ FN d(I)/(J)
Programmeringstechnieken
of
(
14-23

Advertenties

loading