Download Print deze pagina

HP 35s Gebruikershandleiding pagina 194

Wetenschappelijke rekenmachine
Verberg thumbnails Zie ook voor 35s:

Advertenties

Ø
(vasthouden) (loslaten)
Ø
(vasthouden) (loslaten)
Ø
(vasthouden) (loslaten)
Gegevens in-en uitvoeren
De variabelen van de rekenmachine dienen om invoer, tussenresultaten en
eindresultaten op te slaan. (Variabelen, zoals uitgelegd in hoofdstuk 3, worden
geïdentificeerd door een letter van A tot Z, maar die namen hebben niets te maken
met de programmalabels.)
In een programma, kunt u op de volgende manieren gegevens invoeren:
Met een INPUT-instructie, waarbij om de waarde van een variabele wordt
gevraagd. (Dit is de handigste methode.)
Met de stapel. (U kunt STO gebruiken om een waarde in een variabele op te
slaan.)
Met variabelen waarin al waarden zijn opgeslagen.
Met automatische invoer in een vergelijking (indien dit is ingeschakeld met
flag 11). (Dit is ook handig als u met vergelijkingen werkt.)
In een programma kunt u op de volgende manieren gegevens uitvoeren:
Met een VIEW-instructie die de naam en de waarde van een variabele toont.
(Dit is de handigste methode.)
Met de stapel — alleen de waarde in het X en Y register is zichtbaar — (Met
PSE stopt de uitvoering voor een seconde, zodat u de waarde kunt zien.)
In een weergegeven vergelijking (indien dit is ingeschakeld met 10). (De
"vergelijking" is meestal een bericht, geen echte vergelijking.)
Enkele van deze technieken worden hieronder beschreven.
13-12
Eenvoudig programmeren
π
Waarde van
25
Einde van programma.
Resultaat is juist.
π
.
π
.

Advertenties

loading