Uitwendig product
De DOT functie wordt gebruikt om het uitwendig product van twee vectoren met
dezelfde lengte te berekenen. Pogingen om het uitwendig product van twee
vectoren met verschillende lengte te berekenen, krijgen een foutmelding "
" als resultaat.
Voor 2–D vectoren: [A, B], [C, D], wordt het uitwendig product bepaald als [A,
B] [C, D]= A x C +B x D.
Voor 3–D vectoren: [A, B, X], [C, D, Y], wordt het uitwendig product bepaald als
[A, B, X] [C, D, Y]= A x C +B x D+X x Y
1.
De eerste vector invoeren
2.
Druk op
3.
De tweede vector invoeren
4.
Druk op
Let op: Het teken,
product". Voor inwendig product, zie hoofdstuk 17.
Berekent het uitwendig product van twee vectoren, [1,2] and [3,4]
Invoer:
9
(
3
Õ
3
Berekent het uitwendig product van twee vectoren, [9,5] and [2,2]
Invoer:
9
(
3
3
10-4
Vector berekening
, betekent hier "uitwendig product" inplaats van "inwendig
Weergave:
)
_
Weergave:
)
Omschrijving:
Verandert in de ALG stand
Voert de eerste vector in [1,2]
Voert
uit voor uitwendig
product en voert de tweede
vector in
Het uitwendig product van
twee vectoren is 11
Omschrijving:
Verandert in de RPN stand
Voert de eerste vector [9,5]
in en de tweede [2,2]