Een programma testen
Als u weet dat er een fout zit in uw programma, maar niet waar, dan kunt u het
programma testen door het stap voor stap uit te voeren. Het is trouwens verstandig
een lang of gecompliceerd programma altijd van te voren te testen. Door de
programmaregels een voor een uit te voeren, ziet u het resultaat van iedere
programmaregel, zodat u kunt zien hoe correcte invoergegevens leiden tot een
eindresultaat.
1. Evenals bij het gewone uitvoeren moet de programma-invoer niet ingeschakeld
zijn (De annunciator PRGM is niet zichtbaar).
2.
Zet de programmawijzer aan het begin van het programma (dat is, aan zijn
LBL instructie). De instructie beweegt de programmawijzer zonder te beginnen
met uitvoeren.
Ø
3. Houd
ingedrukt. U ziet nu de huidige programmaregel. Laat u
dan wordt de regel uitgevoerd. Het resultaat wordt weergegeven (het staat in
het X-register).
Om naar de vorige regel te gaan, drukt u op
4. De programmawijzer gaat naar de volgende regel. Herhaal stap 3 tot u een
fout vindt (een onjuist resultaat) of het einde van het programma bereikt.
Is de programma-invoer actief, dan verandert u met
programmawijzer, zonder iets uit te voeren. Houdt u tijdens de programma-invoer
een cursortoets ingedrukt, dan schuiven de regels automatisch voorbij.
Voorbeeld:
Een programma testen.
Ga stap voor stap door de uitvoering van het programma met het label A. Gebruik
een straal van 5 om de gegevens te testen. Controleer voordat u begint of de
programma-invoer niet actief is:
Invoer:
(In de RPN-stand)
Ø
(vasthouden) (loslaten)
Ø
(vasthouden) (loslaten)
×
Weergave:
Eenvoudig programmeren
. Er wordt niets uitgevoerd.
Ø
×
of
alleen de
Omschrijving:
De programmawijzer gaat naar
label A.
Kwadraat van invoer.
Ø
los,
13-11