Flag 10 bepaalt hoe een programma vergelijkingen uitvoert:
Is flag 10 gewist (standaard), dan worden vergelijkingen in lopende
programma's geëvalueerd en komt het resultaat op de stapel.
Is flag 10 gezet, dan worden vergelijkingen in lopende programma's
weergegeven als berichten, zodat ze zich gedragen als in een VIEW-
statement:
1. Uitvoering van programma stopt.
2. De programmawijzer gaat naar de volgende programmaregel.
3. De vergelijking wordt weergegeven zonder de stapel te beïnvloeden. De
weergave kan verwijderd worden door te drukken op
op een willekeurige toets te drukken wordt deze functie uitgevoerd.
4. Als de volgende programmaregel een PSE instructie is, gaat de
uitvoering door na een pauze van 1 seconde.
De toestand van flag 10 wordt alleen gewijzigd door de bewerkingen SF en
CF vanaf het toetsenbord, of door SF en CF in een programma.
Flag 11 bepaalt of er om invoer wordt gevraagd bij het uitvoeren van een
vergelijking in een programma — het heeft geen invloed op het automatisch
vragen om invoer wanneer de vergelijking vanaf het toetsenbord wordt
uitgevoerd:
Is flag 11 gewist (de standaardtoestand), dan geschiedt het evalueren,
SOLVE, en ∫ FN van vergelijkingen in programma's zonder onderbreking. De
huidige waarde van iedere variabele in de vergelijking wordt automatisch
gebruikt. Prompts van INPUT worden niet beïnvloed.
Is flag 11 gezet, dan wordt bij iedere variabele om een waarde gevraagd als
deze voor het eerst voorkomt in de vergelijking. Dit geschiedt maar een keer
per variabele, ook als de variabele meerdere keren voorkomt in de
vergelijking. Bij het oplossen wordt er niet gevraagd naar de waarde van de
onbekende, bij het integreren niet voor de waarde waarnaar geïntegreerd
wordt. Prompts onderbreken de uitvoering. Door op
de uitvoering hervat met de waarde die u invoerde, of met de oorspronkelijke
waarde van de variabele als u niets anders doet dan op
Flag 11 wordt automatisch gewist na de evaluatie, na SOLVE, of na ∫ FN van
een vergelijking in een programma. De toestand van flag 11 wordt natuurlijk
ook veranderd door de instructies SF en CF op het toetsenbord en door SF en
CF in een programma.
Programmeringstechnieken
of
. Door
te drukken wordt
drukken.
14-11