Deze getallen worden gebruikt om mee te beginnen, ongeacht of u waarden hebt
opgegeven of niet. Geeft u één beginwaarde op in de variabele, dan is de andere
beginwaarde dezelfde, want die waarde staat nu ook op het scherm. (In dat geval
verandert de rekenmachine één van de getallen een beetje, zodat er toch twee
verschillende beginwaarden zijn.)
Het heeft enkele voordelen om zelf beginwaarden op te geven:
Door het zoekbereik te vernauwen kost het minder tijd om een oplossing te
vinden.
Als er meer dan een exacte oplossing is, kunnen beginwaarden de SOLVE
procedure naar het gewenste antwoord toeleiden of bereik van antwoorden.
Bijvoorbeeld, de vergelijking van een liniaire beweging
die twee oplossingen heeft voor t. Het antwoord op de gewenste oplossing
kunt u sturen door de juiste schattingen op te geven.
Het voorbeeld met deze vergelijking, eerder in dit hoofdstuk, had geen
beginwaarden nodig voor het oplossen van T, doordat u in het eerste deel
van het voorbeeld een waarde voor T had opgegeven om D op te lossen. De
waarde in T was goede (realistische) waarde en dus een goede
beginwaarde, toen u T ging oplossen.
Zijn bepaalde waarden voor de onbekende niet toelaatbaar, dan kunt u met
beginwaarden verhinderen dat deze waarden verschijnen. Bijvoorbeeld,
Resulteert in een fout als x ≤ 0 (melding
In het volgende voorbeeld heeft de vergelijking meer dan een wortel, maar met
beginwaarden zorgt u ervoor dat de juiste wortel wordt gevonden.
1
d = v
t +
/
gt
0
2
y = t + log x
2
).
Vergelijkingen oplossen
7-9