Programmaregels:
(In de RPN-stand)
Controlesom en lengte: 62A0 11
Controlesom en lengte: 221E 11
Controlesom en lengte: D45B 18
Integreren met een programma
In hoofdstuk 8 zagen we hoe we een vergelijking (of expressie) invoerden — deze
wordt toegevoegd aan de lijst van vergelijkingen — en integreerden naar een
bepaalde variabele. U kunt ook een programma schrijven dat een functie berekent
en naar een bepaalde variabele integreert. Dat is vooral handig als de functie
onder bepaalde voorwaarden verandert of als er herhaalde berekeningen in
voorkomen.
Een geprogrammeerde functie integreren:
1. Voer een programma in dat de functie van de integrand definieert. (Zie "Een
programma schrijven voor
Instelling voor X.
Index voor X.
Naar hoofdroutine.
Instelling voor Y.
Index voor Y.
Naar hoofdroutine.
Hoofdroutine.
Slaat index op in I
Definieert op te lossen programma.
Lost op voor een gegevens variabele.
Geeft de oplossing weer.
Beëindigt het programma.
Berekent f (x,y). De vergelijking en INPUT
vragen om de vereiste waarden.
∫
FN" hieronder.)
Programma's oplossen en integreren
Omschrijving:
15-7