LET OP: Euromap67 wordt uitsluitend ondersteund op regelkasten die na half
maart 2011 zijn geproduceerd.
A.1.1 Euromap67-norm
De euromap67-norm is gratis en kan worden gedownload op www.euromap.
org. De UR euromap67-module is bij het opstarten conform alle eisen van deze
norm. Bij het uitschakelen geeft de euromap67-norm aan dat alle veiligheids-
gerelateerde signalen actief zijn. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden en is
in strijd met de veiligheidseisen van ISO 13849-1 en EN ISO 13849-1. Daarom
opent de UR euromap67-module de noodstopsignalen, MAF-signalen en alle
I/O-signalen wanneer de regelkast wordt uitgeschakeld.
Alle optionele, fabrikantspecifieke en gereserveerde I/O-signalen worden
ondersteund. Interfacing volgens euromap67.1 is ook mogelijk.
A.1.2 CE
De UR euromap67-interface maakt deel uit van het interne circuit van de UR-
regelkast en kan uitsluitend worden aangeschaft in combinatie met een UR-
regelkast. De UR euromap67-interface valt daarom onder de Inbouwverklaring
in de gebruikershandleiding van de robot.
De interface is gebouwd met dezelfde onderdelen en principes en onder
dezelfde testvereisten als de regelkast. Daarom hoeft de Inbouwverklaring van
de robot niet te worden gewijzigd.
De veiligheidsfuncties zijn PLd, categorie 3, conform ISO 13849-1 en EN ISO
13849-1.
A.2 Integratie robot en IMM
De volgende paragrafen bevatten belangrijke informatie voor de integrator.
A.2.1 Noodstop en beveiligde stop
De noodstopsignalen worden door de robot en de IMM gedeeld. Dit houdt in
dat een noodstop van de robot ook een noodstop van de IMM veroorzaakt en
andersom.
De beveiligde stopsignalen (veiligheidsapparatuur [ZA3-ZC3][ZA4-ZC4]) zor-
gen voor een beveiligde stop van de robot wanneer een deur van de IMM is
geopend. Let op: de IMM hoeft volgens de euromap67-norm niet te worden
gestopt bij een beveiligde stop van de robot. Dit houdt in dat een operator die
het werkbereik van de robot betreedt niet in staat mag zijn in de IMM te reiken
zonder dat er een beveiligde stop wordt veroorzaakt.
Indien veiligheidsapparatuur een beveiligde stop van de robot en de IMM
dient te veroorzaken, moet deze op de IMM worden aangesloten.
LET OP: de speciale ingang voor ¨ externe noodstoppen"[EEA-EEB] kan worden
gebruikt om de robot op een derde machine aan te sluiten. Wanneer dit ge-
beurt, maakt alleen de robot een noodstop als een noodstopknop op de derde
machine wordt ingedrukt, niet de IMM!
LET OP: controleer altijd de werking van veiligheidsgerelateerde functies.
All Rights Reserved
A.2. Integratie robot en IMM
44
UR10