(4) Transportmodus: gebruik het instelwiel <6> of <5> om de
gewenste modus te selecteren.
<u> Enkelbeeld:
<i> Continue opname:
<B>Enkele stille opname*:
<M>Stille continue opname*:
<Q> Zelfontsp.:10sec./afst.:
<l>Zelfontspanner: 2sec.:
<q>Zelfontspanner:Continu:
* Niet in te stellen tijdens Live View-opnamen.
(5) Flitsen: draai aan het instelwiel <6> of <5> om de gewenste
instelling te kiezen.
<a> Autom. flits: de flitser flitst automatisch als dat nodig is.
<I> Flitser aan : de flitser flitst altijd.
<b> Flitser uit : de flitser is uitgeschakeld.
Zie de
Zie 'De flitser uitschakelen' op pagina 81 bij het gebruik van <b>.
Als u Extra effect opname hebt ingesteld, kunnen 1+73, 1 en
<i> <M> <q> niet worden ingesteld.
Als u Achtergrond wazig hebt gekozen, kunt u de flitser niet gebruiken.
U maakt één opname tegelijk.
Als u de ontspanknop volledig indrukt, worden er
continu opnamen gemaakt. U kunt circa
5,0 opnamen per seconde maken.
Opnamen in enkelbeeld met minder geluid dan <u>.
Continue opname (maximaal 3 opnamen per seconde)
met minder opnamegeluid dan <i>.
De opname wordt 10 seconden na het indrukken van de ontspanknop
gemaakt. U kunt ook een afstandsbediening gebruiken.
De opname wordt 2 seconden na het indrukken van
de ontspanknop gemaakt.
Druk op de pijltjestoetsen <W> <X> om aan te geven
hoeveel opnamen (2 tot 10) u met de zelfontspanner wilt
maken. 10 seconden na het indrukken van de ontspanknop
wordt het ingestelde aantal opnamen gemaakt.
opmerkingen op pagina 124 over het gebruik van de zelfontspanner.
C Creatieve automatische opnamen
85